Handelingen

Geleen, Prins de Lignestraat 33 - Augustinus

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Augustinus
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Limburg
Gemeente: Sittard-Geleen
Plaats: Geleen (Lutterade)
Adres: Prins de Lignestraat 33
Postcode: 6161CX
Sonneveld-index: 12762
Jaar ingebruikname: 1934
Architect: Cuypers, J.Th.J. en P.J.J.M. jr.
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 517849 (kerk)


Geschiedenis

Grote, architectonisch uiterst belangrijke interbellumkerk met dubbeltorenfront. Sober exterieur, rijk aangekleed imposant interieur.

Geschiedenis vervolg

De parochie H. Augustinus werd in 1862 gesticht om de dorpskernen van Lutterade en Krawinkel te voorzien in het kerkelijk leven. Precies midden tussen de twee woonkernen werd de parochiekerk gebouwd met daaromheen het kerkhof. Evenwel door de oprukkende industrie van de mijnen moest de kerk plaatsmaken. Alleen het kerkhof is gebleven, dat tot op de dag van vandaag gelegen is aan de Groenseijkerstraat. In 1935 werd de nieuwe parochiële kerk voltooid aan de Prins de Lignestraat. Het rijksmonument staat in de volksmond bekend als de ‘tweetorenkerk’. Al geruime tijd werkt de parochie H. Augustinus samen met andere parochies in Geleen. Rond 2000 is een gedeelte van de voormalige parochie van het H.Hart (Paterskerk) overgegaan naar de Augustinus. In de jaren daarna werden verschillende samenwerkingsverbanden opgezet. Hierdoor is er al een intensieve uitwisseling gegroeid in de pastorale werkvelden. Als echte centrumkerk brengt de Augustinus vele sociale lijnen samen en ze is door haar grootte en mogelijkheden een kerkgebouw geworden dat aan vele gelovigen iets te bieden heeft. De kerk is bovendien elke middag tussen 14.00 uur en 16.00 uur open.

  • (Bron: rkparochiesgeleen.nl)
  • 2021 - De Rooms Katholieke Kerk in Geleen besluit dat over enkele jaren alleen de Sint Augustinuskerk openblijft. De overige R.K. kerken in Geleen worden gesloten.

Orgel

De huidige Sint Augustinuskerk te Geleen-Lutterade is in 1934 ingewijd. De firma Vermeulen uit Weert plaatste in de kerk het orgel uit de oude kerk, gebouwd door Th. Nöhren in 1901. Dit orgel was niet al te best en ook niet erg groot. In 1968 kocht men het Loret-/Maarschalkerweerd-orgel van de in 1967 gesloten en gesloopte gesloten kathedraal in Rotterdam. Het orgel van Nöhren is gesloopt. Het 'nieuwe' orgel werd door François Bernard Loret in 1863 gebouwd voor de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Wijnhaven in Rotterdam. Op 9 april 1863 is het ingewijd, waarbij het bespeeld werd door dhr. J. Roothaan. In de jaren 1904/1905 is het door de firma Maarschalkerweerd & Zn. overgeplaatst naar de nieuwgebouwde Sint Ignatiuskerk aan de Westzeedijk. Maarschalkerweerd veranderde weinig aan het eigenlijke orgel, maar maakte wel een nieuw front, dat beter paste in de nieuwe kerk. In 1956 ontkwam het orgel niet aan een aanpassing in neobarokke stijl, uitgevoerd door Valckx & Van Kouteren onder advies van dr. P.J. de Bruyn namens de KKOR. Het kerkgebouw was inmiddels gepromoveerd tot kathedraal van het bisdom Rotterdam en was gewijd aan Sint Ignatius en Sint Laurentius. Op 4 november 1956 speelde Hub. Houët het orgel in. In 1967 sloot de kathehttps://toolserver.org/~locator/coordinates.php?type=landmark&template=coordinaten&wiki=nl.wikipedia.org&page=draal haar deuren. Het orgel werd hierna zonder wijzigingen door de firma Stevens uit het Belgische Duffel overgeplaatst naar Geleen. In 1982 stelde Hans van der Harst een rapport op over het orgel, waar een restauratieplan uit is voortgevloeid. In 1990 begon de firma Verschueren met de werkzaamheden. Herstel van de situatie van 1863 met behoud van het front uit 1905 was het uitgangspunt. Hierbij is bruikbaar pijpwerk uit latere perioden gehandhaafd. Op 3 mei 1992 is het orgel weer in gebruik genomen.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Kerk

ROOMS-KATHOLIEKE KERK H. AUGUSTINUS, is gebouwd in 1934 in neogotische stijl met expressionistische elementen, naar ontwerp van de architecten J. en P. Cuypers, te Amsterdam-Roermond. Gebouwd met medewerking van Ingenieursbureau Henri Huydts te Maastricht. De kerk is gelegen op de zichtlijn vanaf het gemeentehuis en maakt onderdeel uit van het uitbreidingsplan voor Geleen van J. Cuypers. De Augustinuskerk vormt met pastorie, kapelanie en zeven woningblokken naar ontwerp van architect A. Boosten het complex Prins de Lignestraat. Het orgel in de Augustinuskerk, gebouwd in 1863, is reeds van rijkswege beschermd onder nummer 456476 in het monumentenregister.

Omschrijving

De AUGUSTINUSKERK heeft een driebeukig basilicaal schip op hoofdzakelijk T-vormige plattegrond. De kruisarmen en kleine sacristieën aan weerszijden van koor beëindigen de plattegrond. De zadeldaken met variërende nokhoogten zijn gedekt met Hollandse pannen. Er is een verlaagde noklijn ter plaatse van het koor. Het dak van het schip heeft drie dakkapellen en bakgoten. De gevels zijn in twee tinten baksteen, metselwerk in Vlaams verband en hebben een geel genuanceerde, geprofileerde plint met rollaag. In de gevels bevinden zich spitsboogvormige glas-in-loodvensters en verder rechthoekige houten deuren. Aan altaarzijde is een honingraat-achtig glas-in-loodvenster geplaatst.

De VOORGEVEL met topgevel, heeft een narthex met drie spitsbogen onder een strek. In de narthex bevinden zich gepleisterde betongewelven, granieten traptreden en een hoofdentree met twee dubbele houten paneeldeuren onder betonlatei. De hoofdentree heeft een spitsboogvormig bovenlicht met glas-in-lood en aan weerszijden twee spitsboogvormige glas-in-lood vensters met baksteen traceringen en dubbele keramische vensterdorpels. Verder twee zij-ingangen met enkele deur onder strek en zwart-rode betegeling. Aan weerszijden van voorgevel bevinden zich twee TORENS, van narthex gescheiden door terugliggende lijst met dilatatievoeg. De torens zijn grotendeels identiek met uitkragende, gewelfde zadeldaken, verdiepte, smalle en hoogoplopende trappenhuis reeksen. De toren hebben drie vensters aan elke gevelzijde en vijf galmgaten.

De ZIJGEVELS hebben zijbeuken van zeven traveeën. Per travee een ingestoken zadeldak, biechtstoelnissen tegen de tweede en de vijfde travee. Er is een zij-ingang in een volume van een bouwlaag met zadeldak tegen zesde travee. Tussen kruisarm en zevende travee is een volume van een laag onder plat dak. Het schip heeft getrapt metselwerk in kroonlijst, strekken, lisenen annex steunberen met rode keramische afdekking (deels vernieuwd). Verder zijn er vlechtingen in kopgevels van de zijbeuken.

De ACHTERGEVEL van het koor is ingesloten tussen twee sacristieën. In de gevel bevinden zich keperboogvensters en honingraatvensters met betontracering.

Het INTERIEUR van de Augustinuskerk heeft een hoofdzakelijk T-vormige plattegrond, bestaande uit een schip met spitsbooggewelf. Twee zijbeuken zijn van het schip gescheiden door zeven spitsboogvormige bogen op kolommen. De zijbeuken hebben per travee een lage spitsboog, gelegen tussen kolom en buitenmuur. De narthex heeft drie scheibogen waarboven een oxaal. Het koor is van het schip gescheiden door een spitsboog. Aan weerszijden van het koor ligt een kruisarm. In de oksel van kruisarm en koor liggen twee kleine sacristieën. Het koor wordt beëindigd door een kooromgang. Het SCHIP heeft per travee een houten spitsboogvormig gewelf op betonribben in dwarsrichting rustend op gepleisterde bakstenen consoles. Tussen schip en zijbeuken zeven spitsboogvormige, gepleisterde scheibogen op kolommen met granieten beplating.

In deze ZIJBEUKEN per travee een houten gewelf in dwarsrichting. Opstand van geel metselwerk in Vlaams verband op een plint in bruin siermetselwerk met zwarte plintlijst. Lambrisering in roodgeel siermetselwerk met bloktand en rollaag.

Drie spitsboogvormige glas-in-lood vensters per travee in zij- en lichtbeuken, met voorzetramen. De vensterbogen hebben strekken, profiellijsten, afgeschuinde en terugliggende vensterdorpels. In het schip, de zijbeuken en de zijkapellen rood-geel-zwart betegelde vloeren, figuratief gelegd.

NARTHEX met drie spitsboogopeningen, in zijbeuken een doopkapel en zij-ingang. Betonnen oxaalbalustrade op consoles. Boven orgeloxaal, vijf spitsboogvensters met geel-blauw glas-in-lood in kruismotief, waarin Alfa en Omega symbool.

Tussen het KOOR en het schip een bakstenen scheiboog. Nieuwe baksteen zijmuren in het koor. De achterwand van het koor is recht en telt drie spitsboogopeningen, in de middelste het hoofdaltaar. Tussen de bogen lisenen en tussen de lisenen vensters van glazenier J. Postmes. Roosvensters in honingraatvorm. Koor heeft twee spitsboogvormige scheibogen, rustend op granieten kolommen en een houten spitsbooggewelf met houten ribben. Achter het altaar een kooromgang met tripletten, driegewijs gekoppelde glas-in-lood vensters. Twee keperboogvensters in de lichtbeuken van het koor verdiept in bakstenen lijsten. Onder het hoofdaltaar een CRYPTE met betonkolommen, hardstenen vloer, twee paneeldeuren met gekleurd glas voor niskasten en een deur naar de verwarmingskelder.

In dit interieur zijn onder meer van BESCHERMINGSWAARDIG twee witmarmeren communiebanken, hoofdaltaar in wit en rood marmer, houten gewelven met houten ribben. Verder zijn onder meer beschermingswaardig de kerkbanken op houten vlonders en de gebrandschilderde ramen van Jos Postmes uit 1935.

Waardering

De R.-K. kerk van de H. Augustinus bezit in hoge mate cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het belang van de kerk voor de regionale architectuurgeschiedenis, door de betrokkenheid van de architecten J. en P. Cuypers en het belang voor hun oeuvre. Verder door de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de ornamentiek. De kerk is een essentieel onderdeel van de planmatige uitbreiding die Geleen in het Interbellum heeft ondergaan en is vanwege deze situering van groot belang voor het aanzien van Geleen. De kerk is in hoge mate gaaf bewaard gebleven, zowel wat betreft exterieur als interieur. Het gebouw is eveneens van groot belang voor de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving.

Bovendien beschikt de kerk over een redelijke architectuurhistorische zeldzaamheidswaarde. Binnen het ensemble van de Prins de Lignestraat vervult de kerk een prominente rol in zowel stedebouwkundig opzicht en als exponent van het maatschappijbeeld uit de bouwtijd waarin de zielzorg onlosmakelijk verbonden was met het dagelijks leven van het mijnwerkersbestaan. Het algemeen belang van de kerk wordt bepaald door het geheel van voornoemde waarden.

In de media

Uit Limburger Koerier, 10 Januari 1933.

Zondag werd in de parochiekerk de eerste schaalcollecte gehouden voor de nieuw te bouwen kerk. Er is een commissie gevormd, die zich belast met het ophalen van gelden aan de huizen. Naar we vernemen zal de aanbesteding plaats hebben tegen half Maart.

Uit Limburger Koerier, 28 Februari 1933.

Naar we vernemen zal de aanbesteding der nieuwe parochiekerk te Lutterade zeer spoedig plaats hebben Bij de kerk zal tevens een nieuwe pastorie en een nieuwe kapelanie gebouwd worden, terwijl de benoeming van een 2de kapelaan is te verwachten, zulks in verband met de uitbreiding der parochie, die tegelijkertijd haar beslag zal krijgen.

Uit Limburger Koerier, 21 Juni 1933.

De geweldige verandering welke in de laatste jaren in de gemeente Lutterade-Geleen heeft plaats gevonden, de metamorphose van stil landbouwdorp tot modern industriecentrum met dientengevolge een groote aanwas der bevolking — met twee globale cijfers is dit meer dan voldoende aangetoond: in 1923 was er een bevolkingscijfer van 5000, thans van 15.000 zielen — heeft ook op kerkelijk gebied tot noodzakelijke voorzieningen geleid. In 1928 kwam een nieuw R.K. kerkgebouw tot stand in de nieuwe parochie Lindenheuvel, in 1932 werd een deel der parochies Lutterade-Geleen ingedeeld bij de nieuw opgerichte parochie Neerbeek. De parochie Lutterade-Krawinkel heeft zich tot heden nog steeds tevreden moeten stellen met haar oude kleine kerk, welke echter reeds lang veel te klein was om een behoorlijke uitoefening der kerkelijke diensten mogelijk te maken. Domineerde vroeger de slanke toren dezer kerk de omgeving, thans zijn het de hooge schachttorens en steenberg, de koeltorens, schoorsteenen en geweldige gebouwen der Staatsmijn Maurits die de gemeente, ja de heele omgeving domineeren. Jaren geleden werden reeds plannen opgevat, tot bouw eener nieuwe kerk in de parochie Lutterade-Krawinkel. Meerdere omstandigheden, o.a. moest Lindenheuvel, dat een deel der parochie Lutterade toegevoegd kreeg, vóórgaan. De Z.E. Heer Pastoor J. van Eys — sinds 1917, toen hij als kapelaan van de St. Mathiaskerk te Maastricht vertrok, pastoor te Lutterade-Krawinkel — bereidde in stilte den nieuwbouw eener kerk voor en ziet thans zijn plannen verwezenlijkt worden. Het Architecten-Bureau Joseph Cuypers en Pierre Cuypers te Roermond-Amsterdam maakte de plannen, de aanbesteding heeft reeds plaats gevonden en met de werkzaamheden gaat de N.V. Limb. Bouw-Maatschappij, directeur J. Joosten te Geleen, beginnen. De nieuwe kerk komt te liggen aan de Prins de Lignestraat. Het groot snelverkeer met het hinderlijk geraas nadert haar niet. Van de Markt komend (in Zuidelijke richting en het nieuwe postkantoor passeerend, dit rechts laten liggend) komt de nieuwe kerk te liggen aan het eind van deze ruime straat met beiderzijds vriendelijke voortuinen.

De bouw van deze nieuwe parochiekerk van den H. Augustinus te Lutterade-Krawinkel, brengt groote moeilijkheden mee, gelegen als zij is in een streek waar vele en diepe mijngangen de aarde doorploegen en verzakkingen zich reeds voordoen en steeds zullen toenemen. Deze wetenschap nl. dat dit bouwwerk bestemd is om binnen eenige tientallen van jaren, voor en na — min of meer geleidelijk te zakken, stelt eigenaardige eischen van taaiheid maar tevens van plooibaarheid aan de constructie. Men schat dat op eene finale zakking van deze gansche omgeving van pl.m. vier Meter zal moeten worden gerekend. De ervaring in de mijnstreken heeft geleerd, dat als de bouwdeelen los van elkander, maar in zichzelf stijf samengesteld worden, deze zakkingen 't minst hinderlijk optreden. Daarom worden de torens naast de hoofdingangen evenals de portalen, het priesterkoor en de sacristieën elk op zichzelve als een stijf geheel gewapend, maar vrij en los naast elkander opgebouwd. Uit deze eischen volgt al aanstonds, dat het middeleeuwsche gewelfstelsel, berustend op elastisch evenwicht, met voortdurend evenwichtige spanningen in de onderdeelen hier geheel is uitgesloten. De mooie kruisgewelven zouden niet lang boven het hoofd blijven zweven, maar spoedig scheuren en hun stabiliteit verliezen. Zoo moest hier worden uitgezien naar een ander stelsel van overdekking van het vijftien meter breede middenschip en de dwarsbeuken. De vijf Meter breede vakken van 't schip en de aansluitende smalle galerijen of zijbeuken worden telkens gedragen door een uitgebreid raamwerk van gewapend beton, gevormd door de hoog oploopende gebogen zijden van een gelijkvormige driehoek, waarvan de voet rust op breede grondplaten onder elk zijbeukvak. De opvolgende zeven opstellingen worden in de lengterichting aan elkander verbonden door betonbalken, die niet stijf verbonden zijn, maar elastische beweging toelaten. De inwendige ruimte is afgesloten door een houten tongewelf, dat uit zijn aard beweging toelaat. De met pannen gedekte bekapping rust op dezelfde hoofdspanten, die ook met een elleboogconstructie de buitenmuren der zijbeuk in bedwang houden.

De kerk welke in gothischen stijl opgetrokken wordt, krijgt een lengte van 54 Meter, en een breedte van 24.74 M. Heeft de oude kerk nog geen 500 vaste zitplaatsen, in de nieuwe zal men er een 900 vinden, bovendien een 300 vaste zitplaatsen voor kinderen. Ter zijde van de hoofdingangen komen twee flinke torens tot een hoogte van ruim 37 M. Drie deuren geven van de straatzijde toegang tot een (10x3 M. groot) voorportaal, vanwaar men door een hoofddeur en twee deuren aan de zijkanten (langs kleinere portalen) de breede kerkruimte kan betreden. Een 14-tal pilaren dragen mede de groote overspanningen. Boven de portalen komt de orgeltribune en het zangkoor. In den toren (Evangeliezijde) is de doopkapel ondergebracht. De trap naar het oksaal is aan den anderen kant (Epistelzijde). Langs het breede middenschip vindt men smalle zijgangen met aan de Noordzijde aan weerszijden een kleine en een groote zijbeuk; zijn in deze laatste ter (grootte van 11 x 7.50 M.) de plaatsen voor de kinderen ingericht, de grootere ruimte welke de kleine zijbeuken in het middenschip toelaten geven een flinke open plaats voor de Communiebank en zijaltaren. Een vijf treden geven toegang tot het priesterkoor. Boven het hoofdaltaar zal een hooggeplaatst sterk verdeeld venster de waarde van het Santuarium duidelijk verhoogen. Ter rechterzijde is de sacristie met een aparte ruimte voor de misdienaars. Een bij-sacristie is nog ter linkerzijde van het priesterkoor. Verder vindt men in de kerk vier ingebouwde biechtstoelen, is er een verwarmingskelder en een bloemenkelder beneden het priesterkoor. Aan de Epistelzijde ligt naast de kerk een ruim plein waarlangs toegang verkregen wordt door twee deuren aan den Molenweg. Als bouwmateriaal wordt uitwendig bontkleurige baksteen uit de omgeving gebruikt. Inwendig zal de grijze kleur van de betonwerken zich teekenen naast den geelen baksteen, en den warmen toon van de Amerik. grenen zoldering, die door afschuiningen tegen de spanten den spitsboogvorm accentueert, en de gladheid van het tongewelf onderbreekt, zoowel voor optische als voor acoustische doeleinden. Wanneer in 1934 het nieuwe kerkgebouw klaar is, zal de gemeente Lutterade te meer een monument rijk zijn, de katholieke bevolking een waardig Godshuis.

Externe links

Afbeeldingen

  • Op zoek naar meer afbeeldingen.