Gereformeerde Gemeente in Nederland (Nieuwerkerk aan den IJssel)

Ontstaansgeschiedenis

Nieuwerkerk aan den IJssel, 's-Gravenweg 71 - Gereformeerde Gemeente in Nederland

Volgens het kerkelijk jaarboek is de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel gesticht op 28 juni 1925. Maar het gebeurt dan al enkele jaren dat de kerkenraad van Moerkapelle diensten in Nieuwerkerk belegd. De reden is dat er in Nieuwerkerk- en Ouderkerk aan den IJssel enkelen zijn die zich onder de oude waarheid wensen te voegen, maar voor wie de afstand te ver is om op te gaan in Gouda, Moerkapelle, Rotterdam of in Berkenwoude. In Capelle is er dan ook nog geen Gereformeerde Gemeente. De eerste dienst werd op Hemelvaartsdag 1919 gehouden. De eerste tijd komen ouderlingen van Moerkapelle lezen, terwijl ds. Overduin catechiseert. Maar in 1920 werden voor de afdeling Nieuwerkerk aan den IJssel een ouderling en een diaken bevestigd. Op 28 juni 1925 werd de afdeling Nieuwerkerk aan den IJssel zelfstandig. Aanvankelijk werd kerk gehouden in een schoongemaakte wagenmakerij. Maar in 1927 kon een stukje grond gekocht worden voor f. 250,- . Daarop werd de kerk gebouwd, waarin de gemeente nu nog samenkomt. De totale bouwkosten bedroegen f. 8.000,-. De plaats was gekozen tussen Nieuwerkerk en Ouderkerk, omdat er in die eerste tijd onder de leden betrekkelijk veel mensen uit Ouderkerk afkomstig waren. Nog altijd staat de kerk op een stille plaats buiten de dorpskern. In de jaren dertig was de kerkenraad het water wel tot de lippen gekomen. Om de kerk te kunnen bouwen had de gemeente veel geld moeten lenen, in de vorm van obligaties. De kerkenraad was dan ook niet meer in staat om af te lossen, en zag zelfs een jaar geen kans om rente uit te betalen. Op advies van ds. A. van Stuijvenberg, de toenmalige consulent, werd plaatsengeld ingevoerd: f. 2,50 per jaar. Toch is de eerste 25 jaar van het bestaan van de gemeente een tijd van gestage groei geweest. In 1925 begonnen met 28 belijdende leden en 36 doopleden, samen 64; in 1949 zijn dat er 203. Daarna volgt een langzame achteruitgang, zodat de gemeente in 1983 gedaald is tot 148 belijdende leden en doopleden. Sindsdien beweegt het ledental zich weer in stijgende lijn, zodat het laatste jaarboek melding maakt van 89 belijdende leden en 101 doopleden.