Handelingen

Landgraaf, Salesianenstraat 118 - Theresia en Don Bosco

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Theresia en Don Bosco
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Limburg
Gemeente: Landgraaf
Plaats: Landgraaf (Lauradorp)
Adres: Salesianenstraat 18
Postcode: 6374TZ
Inventarisatienummer:
Jaar ingebruikname: 1933
Architect: Beersma, J., Eygelshoven
Huidige bestemming: slapende kerk
Monument status: Rijksmonument 521666

Geschiedenis

Buitengewoon belangrijke interbellumkerk met toren in het gebied Ubach over Worms, de mijnwerkerswijk Lauradorp. De kerk werd gebouwd in opdracht van het kerkbestuur van de Theresiaparochie te Ubach over Worms. Met de bouw werd begonnen in augustus 1933 en al op 15 oktober van dat jaar kon de eerste steen worden gelegd. De kerk is ontworpen door architect ir. J. Beersma, die ook de mijnwerkerswijk Lauradorp heeft ontworpen. De kerk is opgetrokken in baksteen met natuurstenen accenten. De kerk heeft een lengte van 45 meter en een breedte van 18 meter. De toren heeft een hoogte van 45 meter.

De inzegening van de kerk

De kerk werd op 26 oktober 1934 ingezegend door de bisschop van Roermond, mgr. Lemmens.

De sluiting van de kerk

De kerk werd op 26 september 2020 aan de eredienst onttrokken. De reden voor de sluiting was de teruglopende kerkbevolking in Lauradorp.

  • 2023 - Webmagazine Clavis – Bisdom Roermond - bisdomberichtgen juni 2023: Kerk Lauradorp aan eredienst onttrokken De parochiekerk van de HH. Theresia en Don Bosco in Landgraaf-Lauradorp is met ingang van 8 mei 2023 officieel aan de eredienst onttrokken. De kerk werd al langere tijd niet meer voor liturgievieringen gebruikt.

De herbestemming van de kerk

De kerk is in 2023 verbouwd tot grafkerk en buurtcentrum. De grafkerk bevindt zich in het voormalige priesterkoor. Het buurtcentrum bevindt zich in het voormalige schip van de kerk.

Belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de kerk

1930: Oprichting van het kerkbestuur van de Theresiaparochie te Ubach over Worms. 1933: Bouw van de kerk. 1934: Inzegening van de kerk. 2020: Sluiting van de kerk.

  • 2020 - De bevolking van Lauradorp-Landgraaf neemt zaterdag 26 september 2020 na 86 jaar afscheid van de parochiekerk. Hoewel de kerk van Lauradorp aan de eredienst wordt onttrokken, verdwijnt het gebouw niet, maar het krijgt een andere bestemming.
  • 2022 december - Afwachten of bovengenoemde verbouwing tot grafkerk zal doorgaan, gegeven de mislukking van de grafkerk in Arnhem (St. Jan de Doper) en het niet doorgaan van een grafkerk in Amsterdam-Noord (St. Augustinus); oorzaak te weinig belangstelling.
  • 2023 - De kerk van de H.H. Theresia en Joannes Bosco in Lauradorp is van eigenaar gewisseld. Na een lange onderhandelingsperiode met het Bisdom Roermond is het markante kerkgebouw nu in handen van Wim Vossenberg.
  • 2023: Herbestemming van de kerk tot grafkerk en buurtcentrum. De toekomst van dit gebouw, als "slapende" R.K. kerk, is begin jaren 2010 ongewis geweest. Zomer 2016 werd bekend dat men de kerk wil verbouwen tot grafkerk en buurtcentrum (zie "In de media" hieronder; dit zal echter een dure verbouwing worden).

Monumentomschrijving Rijksdienst

R.K. KERK van de H. Theresia, 1933. Het betreft een ontwerp in traditionele stijl van architect ir. J. Beersma te Eygelshoven, gerealiseerd in opdracht van het R.K. Kerkbestuur van de Theresiaparochie te Ubach over Worms. Het kerkgebouw neemt een centrale plaats in in de grotendeels door architect J. Drummen te Brunssum ontworpen aanleg van de mijnwerkerswijk Lauradorp. Deze wijk is genoemd naar de voormalige, destijds op korte afstand gesitueerde particuliere mijnonderneming Laura & Vereeniging te Eygelshoven (thans gemeente Kerkrade). De naam van ir. J. Beersma kan bovendien in verband worden gebracht met het bouwbureau van deze particuliere mijn.

De meest westelijk geplaatste biechtstoel in de zuidelijke zijbeuk, de bakstenen muur tegen de zuidelijke zijbeuk die de toegang tot het perceel aan de westzijde afsluit en de hellingbaan voor het entreeportaal aan de westzijde zijn latere bouwkundige toevoegingen en zijn UITGESLOTEN van bescherming.

Omschrijving

De R.K. Kerk van de H. Theresia heeft een op het oosten gerichte, in hoofdvorm kruisvormige PLATTEGROND, welke aan de noordzijde is voorzien van een klokkentoren. Sacristie en priesterkoor zijn onderkelderd.

Het hoge schip en het ten opzichte daarvan verlaagde koor aan de oostzijde worden gedekt door ZADELDAKEN; de zijbeuken aan de noord- en zuidzijde, het entreeportaal en de kapellen van het westwerk en de sacristie aan de oostzijde achter het koor worden gedekt met LESSENAARSDAKEN. Het entreeportaal is onder een zadeldakje op het lessenaarsdak van het westwerk ingestoken. De klokkentoren beschikt over een TENTDAK, de verbinding tussen schip en toren heeft wederom een ZADELDAK. Het torendak is voorzien van een betonnen bolornament met kruis. De kerk wordt gedekt door in een vast patroon gelegde HOLLE PANNEN: twee rechts- én linksdekkende holle pannen, waartussen een niet-dekkende holle pan. Op de uitgebouwde bergplaats aan de zuidelijke zijbeuk zijn de holle pannen vervangen door rechtsdekkende Hollandse betonpannen. Vernieuwde zinken goten. Diverse gevels hebben een bovenafdekking van GRESPANNEN.

Spitsboogvormige, ronde en rechthoekige stalen VENSTERS met glas-in-lood. Vensterrollagen. Houten DEUREN, zowel rechthoekig als segmentboogvormig. Deurstrekken.

Het exterieur van de kerk is geheel opgetrokken in rode BAKSTEEN, gemetseld in kettingverband en voorzien van open voegen. Bakstenen dorpels in de zijbeuken, de lichtbeuken in het schip hebben keramische vensterdorpels.

Het aanzien van de WESTGEVEL wordt bepaald door het vooruitspringende entreeportaal en de vensters van het zangkoor. Dit entreeportaal heeft een zadeldak, verzonken achter een kopgevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking met grespannen. Spitsboogvormige portaalopening met een zwaar gedimensioneerde betonnen sluitsteen. In de portaalopening een niet-authentiek hekwerk. Verdiept in het portaal een segmentboogvormige dubbele houten toegangsdeur, waarboven in reliëf een afbeelding van de H.Theresia. Aan weerszijden van de hoofdtoegang twee segmentboogvormige houten toegangsdeuren. Aan de noord- en zuidzijde van het entreeportaal respectievelijk een devotiekapel en de voormalige doopkapel, aan de zuidzijde een bergplaats, het trappenhuis naar het zangkoor en een devotiekapel. Deze uitbouwen worden gedekt door lessenaarsdaken, die in verbinding staan met de zijbeuken.

Het achter portaal en zijkapellen gelegen schip wordt aan de westzijde afgesloten door een tuitvormige gevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking van grèspannen. Drie spitsboogvormige stalen glas-in-loodvensters, waarboven één rond stalen venster met glas-in-lood. Voorzetramen.

De NOORD- en ZUIDGEVELS van het schip zijn, behoudens de klokkentoren aan de noordzijde, nagenoeg identiek. Het schip telt zeven traveeën, in de lichtbeuk elk voorzien van drie spitsboogvormige stalen vensters met glas-in-lood. De vensterassen aan de westzijde hebben twee spitsboogvormige stalen vensters. De onder lessenaarsdaken uitgebouwde zijbeuken hebben ter hoogte van de eerste en vierde travee (vanaf het oosten geteld) een uitgebouwde biechtstoelnis. Deze zijbeuken hebben twee kleine spitsboogvormige stalen glas-in-lood vensters per travee.

De uitgebouwde BERGPLAATS aan de zuidzijde is in de zuidelijke gevelzijde blind, in het korte vrijgebleven westelijke zijgeveldeel bevindt zich een spitsboogvormig stalen venster met glas-in-lood. In de oostgevel van de bergplaats een rechthoekige houten buitendeur. De bergplaats heeft uitkragende gevelhoeken met een afdekking van grespannen. De KLOKKENTOREN aan de noordzijde is met het hoofdvolume verbonden middels een loopbrug met rechthoekige stalen vensters en een lessenaarsdak, die boven de lichtbeuk op de dakconstructie van het schip is ingestoken. De toren heeft in de westelijke gevelzijde een rechthoekige houten toegangsdeur, ter hoogte van de trapbordessen een rechthoekig stalen venstertje en daarboven in elke gevelzijde twee spitsboogvormige stalen venster plus een rechthoekig galmgat met galmborden. Het achter het schip gelegen KOORVOLUME versmalt ten opzichte van het schip en heeft in beide gevelzijden twee spitsboogvormige stalen vensters met glas-in-lood. Koor en schip worden beëindigd door tuitgevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking met grèspannen. De achter het schip en koor geplaatste ABSIS versmalt wederom ten opzichte van het koor en heeft twee spitsboogvormige vensters met glas-in-lood in beide zijden van de lichtbeuk. De absis wordt aan de oostzijde beëindigd door een blinde tuitgevel met uitkragende schouderstukken en een bovenafdekking met grèspannen. De absis wordt aan de oost-, zuid- en noordzijde omgeven door zijbeuken c.q uitbouwen onder lessenaarsdak. Aan de zuidelijke gevelzijde heeft deze uitbouw tweemaal tweegewijs gekoppelde stalen spitsboogvensters met glas-in-lood en twee souterrainvensters; aan de noordelijke gevelzijde tweemaal driegewijs gekoppelde stalen spitsboogvensters met glas-in-lood. Twee verticaal ingedeelde stalen souterrainvensters. In de oostelijke gevelzijde een reeks van zeven spitsboogvormige stalen glas-in-loodvensters, waaronder een tweetal verticaal ingedeelde souterrainvensters. Aan weerszijden een rechthoekige houten buitendeur. De deur aan de noordzijde wordt voorafgegaan door een trapbordes, geplaatst achter een schutmuur.

De kapCONSTRUCTIE van het schip wordt gedragen door zeven stalen spanten.

Het INTERIEUR van de kerk wordt gekenmerkt door een driebeukig schip. Tussen schip en zijbeuken bevinden zich segmentboogvormige scheibogen. Drie spitsboogvensters per travee in de lichtbeuk. De zijbeuken worden traveegewijs onderling gescheiden door spitsbogen. In de zijbeuken per travee twee kleine spitsboogvormige vensters met glas-in-lood, waartussen kruiswegstaties. Tussen schip en koor, alsmede tussen koor en absis zijn scheimuren met spitsboogvormige openingen geplaatst. Met hout betimmerde stalen spanten, waartussen de lichte houten zolderingen zijn geplaatst. Het interieur van de kerk kenmerkt zich door decoratief geel schoon metselwerk in kettingverband met kleine open voegen. Het priesterkoor en vloer belegd met Solnhofer kalksteen.

De oorspronkelijke doopkapel in het westwerk is niet meer in gebruik. De doopvont is verplaatst naar een plaats vooraan in het schip, waartoe de opstelling van de banken is aangepast.

In dit interieur zijn onder meer van belang het marmeren hoofdaltaar; het oorspronkelijke priesterkoor met witmarmeren communiebanken, welke zijn ingelegd met groen en roze marmer; de oorspronkelijke kerkbanken op vlonders; het tabernakel met kruisbeeld in geslagen groen en geel koper, H. v.d. Heyden te Bodegraven, XXb; een hoogreliëf van O.L.Vrouw Koningin in gekleurd geglazuurd terra-cotta boven het zij-altaar, ca. 1945, atelier St.Joris te Beesel; een hoogreliëf van Don Bosco in gekleurd geglazuurd terra-cotta boven het zij-altaar, ca. 1945, atelier St.Joris te Beesel; de kruiswegstaties van grijze gebakken klei in hoog reliëf, ca. 1960, Sjef Drummen; de muurschilderingen op de scheiboog tussen schip en priesterkoor alsmede op de achterwand van het koor, Verheyen, ca. 1942. De gebrandschilderde ramen in de westwand en in het priesterkoor, 1941, vervaardigd door Louis van den Essen te Roermond en geschonken door de parochianen van Losser. In de westwand betreft het drie ramen, te weten een gekroonde Madonna met Kind geflankeerd door een raam van Don Bosco met mijnwerkersgezin en een raam van Theresia van Lisieux. Boven deze drie ramen een rond raam met kniestuk van de H.Barbara, patrones der mijnwerkers, afgebeeld tegen de achtergrond van enkele mijngebouwen. In het priesterkoor een serie van zestien emblemata in glas-in-lood; veertien gebrandschilderde ramen met voorstellingen van de Apostelen en Evangelisten in het schip, ca. 1945, waarschijnlijk vervaardigd door Eugène Laudy.

Waardering

De R.K. Kerk van de mijnwerkerswijk Lauradorp is van cultuurhistorische waarde en vertegenwoordigt algemeen belang als bijzondere uitdrukking van de economische, sociaal-maatschappelijke en geestelijke ontwikkeling van de mijnstreek vanaf het derde decennium van de twintigste eeuw.

De architectuurhistorische waarden van de kerk worden bepaald door de traditionele bouwstijl, de betrokkenheid van architectect Beersma, door de esthetische kwaliteiten van diens ontwerp en de kwaliteit van het interieur.

De kerk is een essentieel onderdeel van het stedenbouwkundige plan dat aan de mijnwerkerswijk Lauradorp ten grondslag ligt, is vanwege deze situering ten zeerste verbonden met de ontwikkeling van de mijnstreek en van betekenis voor het aanzien van deze streek.

De kerk beschikt over een in hoge mate gaaf bewaard gebleven ex- en interieur en is van groot belang voor de structurele en visuele gaafheid van de mijnwerkerswijk Lauradorp.

In de media

  • Uit Limburgsch Dagblad, 17 Mei 1941.

Aan den rand van het rustige Lauradorp, ver van het rustelooze gejaag van de mijn, ligt de door de Paters Salesianen bediende rectoraatskerk van de kleine H. Theresia. De kerk is eenvoudig als haar bevolking en evenals de bewoners van deze parochie veel van noode hebben, kenden de Paters Salesianen reeds langen tijd verlangens met betrekking tot de verfraaiing en vervolmaking van hun mooie kerk. Wie bij toeval wel eens des Zondags de H. Mis in de Theresia-kerk bijwoonde, kwam tot de ontdekking, dat de Paters geen kerkorgel rijk waren. Een gewoon huisharmonium verving zijn plaats en de afwezigheid van een orgel werd reeds lang als een groot gemis in den dienst van O.L. Heer gevoeld. Sinds de inwijding van de H. Theresiakerk in 1934 zijn de Paters doende gedweest voor de installatie van een groot en mooi kerkorgel, dat den dienst van O.L. Heer waardig is. Eenvoudig was dat niet, aanschaffing kost geld en men kon moeilijk verwachten, dat de parochianen de daarvoor benoodigde som in korten tijd bijeen zouden brengen. Doch met den tijd werd het benoodigde geld, dank zij de nooit aflatende milddadigheid van de parochianen en begunstigers en dank zij het onvermoeide werken van de paters-zielzorgers voor het grootste gedeelte bijeengebracht, zoodat de kerkorgelfabriek fa Bern. Pels en Zoon uit Alkmaar, die daarvoor de opdracht kreeg, eindelijk met den bouw kon beginnen. Dezer dagen nu is het nieuwe kerkorgel gereed gekomen en morgen, Zondagmiddag om 3 uur, zal de Pastoor van Waubach het op plechtige wijze inwijden. Hiermede zal dan een lang gekoesterde wench van den Pater Rector Fischer en zijn kapelaan en ook van de parochianen van de St. Theresiakerk in vervulling gaan. Met recht mag deze parochiek op haar nieuwe aanwinst, zoo onmisbaar voor den kerkdienst, trots zijn. Het is een buitengewoon fraai orgel dat geheel naar moderne principes in den kerkorgelbouw is ingericht en dat met zijn breed uitgezetten bouw niet de minste afbreuk doet aan de architectonische schoonheid van het kerkinterieur. De orgeltribune beslaat in de breedte de geheele ruimte van het koor, doch de stand en de lengte van de orgelpijpen zijn zoo gesteld, dat de vier eveneens nieuwe gebrandschilderde vensters voor het oog geheel vrij gehouden zijn. De windtoevoer in de orgelpijpen met de daarachter verborgen windladen en zwelkasten geschiedt volgens electro-pneumatische tractuur en de speeltafel, aan de voorzijde waarvan zich in een aan het oog onttrokken glazen kast een wonderlijk instrumentarium van draadjes en klepjes bevindt, bevat twee manualen en een pedaal. De dispositie van het orgel. Het onderklavier C-g3 is als volgt samengesteld. Onderklavier. C-g3. Bourdon 16', Prestant 8', Salicionaal 8', Bourdon 8', Octaaf 4' Mixtuur 3—5 st.; het bovenklavier C-g"", fluitprestant 8', V. di Gamba 8', Vox Caelestis 8', Roerfluit 8', fluit 4', spitsquint 2 2/3', blokfluit 2', scherp 3 sterk; Pedaal C-f'. Zacht gedekt 16', Octaafbas 8', Gedekt 8', fluit 4'. Het orgel bevat in totaal 22 registers. De klankvorming is ongemeen fraai en de accoustiek van het kerkgebouw is wel van dien aard, dat elke toon tot zijn recht komt. Terloops maakten wij hierboven reeds gewag van vier nieuwe gebrandschilderde vensters, welke aan de achterzijde boven het middelste gedeelte van he orgel zichtbaar zijn. Gebrandschilderde vensters met heiligen-voorstellingen was de St. Theresiakerk nog niet rijk en het was begrijpelijk, dat de paters ook in dit gemis wilden voorzien. De vier hooge vensters in het kerkkoor lieten daartoe ruimte en zoo kon het gebeuren, dat de kunstschilder en glazenier Esser te Roermond op een goeden dag bezoek van den pater rector Fischer had en de opdracht kreeg 4 gebrandschilderde vensters te maken, die nu eveneens gereed zijn gekomen.

Modern werk heeft Esser hier niet geleverd, de vier voorstellingen zijn, om het zoo te zeggen naar ouderwetsche opvattingen gemaakt, doch het artistieke resultaat is er niet minder om geworden en de voorstellingen laten niet na zeer sterk tot een eenvoudig gemoed te spreken. Het bovenste van de vensters geeft de H. Barbara, de patrones van de mijnwerkers te zien, met op den den achtergrond de mijn met haar schachttorens, schoorsteenen e.d. De kleuren zijn zeer fraai en er gaat een intense warmte van uit. De heiligenvoorstellingen in de zich daaronder bevindende hooge vensters moet men als een geheel bezien omdat zij onderling verbonden zijn. Op het middelste raam staat de Moeder Maagd, Hulp der Christenen uitgebeeld die rozen uitstrooit. Op het rechter raam vindt men de voorstelling van de kleine H. Theresia, de patrones der parochie, die de rozen opvangt, aan wier voeten zich twee vrouwen en een meisje bevinden, die met vertrouwen tot Maria bidden. Hun geheele wezen is zeer devoot en drukt groot vertrouwen uit. Op het linkervenster staat de H. Don Bosco afgebeeld, aan wiens voeten men twee geknielde mijnwerkers en een staande knaap vindt, die met vertrouwen opblikken naar de Moeder Maagd Maria, Hulp der Christenen. Ook hier treft een levendige devote expressie in gelaat en handen. De kleurenkeuze is daarbij wel zoo mooi, dat het geheel aan warmte nog wint. Het middelste groote raam is een geschenk van de inwoners van Losser, de geboorteplaats van Pater Rector Fischer.

(....).

Voor de bewoners van het Lauradorp wordt het morgen een feestdag, die de bekroning zal zijn van het jaren lang sparen voor de verfraaiing en vervolmaking van O.L. Heers Huis.

  • Uit Limburgsch Dagblad, 19 Mei 1941.

Zondagmiddag heeft de plechtige inwijding plaats gehad van het nieuwe kerkorgel van de St. Theresiakerk in het Lauradorp. Het is een prachtige en voor de parochianen onvergetelijke plechtigheid geworden, die ook niet nagelaten heeft op niet-parochiantn indruk te maken. Zondagmorgen droeg Pater Rector Fischer met assistentie een plechtige Hoogmis op tot intentie van allen, die hebben bijgedragen tot herstel der ramen en voor den bouw van bet nieuwe orgel. Tijdens de H. Mis voerde het kerkelijk zangkoor onder leiding van dhr. J. Geysel liturgische en meerstemmige gezangen uit. Na het Evangelie hield Pater Rector Fischer een dankbaar gestemde predicatie tot zijn parochianen, waarin hij hen allen dankte voor de financieele opofferingen, die zij zich voor de aanschaffing van het nieuwe orgel getroost hadden. Tevens gaf Pater Rector een uitleg van de beteekenis der ramen. Des middags volgde de plechtige inwijding van het nieuwe orgel. De Z.Eerw. Pastoor van Waubach, dhr. Prickaers verrichtte de inwijding, waarna een kort Lof volgde, waaronder het kerkelijk zangkoor nu met begeleiding van het nieuwe orgel, dat voor deze gelegenheid door dhr. Stalmeyer werd bespeeld, meerstemmige gezangen zong. In zijn predikatie wees Pastoor Prickaers erop, van hoe groot belang het kerkorgel voor de liturgie is. Tal van geestelijke en wereldlijke autoriteiten woonden de inwijdingsplechtigheid bij, o.m. de Z.Eerw. heeren Pastoors van Rimburg, Terwinselen, Nieuwenhagen, Nieuwenhagerheide, Eigelshoven, dhr. Schweitzer, directeur van de mijn Laura en Vereeniging, die van zijn echtgenoote vergezeld was, Mr. Dr. Geuljans, de burgemeester van Ubach over Worms en dhr. Pels, uit Alkmaar, volgens wiens inzichten en plannen het nieuwe kerkorgel gebouwd is. 's Avonds om 6 uur volgde een concert door dhr. Stalmeyer met medewerking van het kerkelijk zangkoor onder leiding van dhr. J. Geysel gegeven, waarvoor eveneens weer groote belangstelling bestond. Het is een prachtig geslaagd concert geworden, waarbij zoowel dhr. Stalmeyer als het kerkelijk zangkoor alle eer inlegden. Iedereen was opgetogen over het nieuwe orgel, dat zoowel om bouw als klank tot een van de fraaiste in Limburg behoort. Met recht is men dan ook in het Lauradorp zeer trots op de nieuwe aanwinst van de St. Theresiakerk.

  • Uit De Limburger, 11 augustus 2016

Godshuis Landgraaf wordt eerste grafkerk van Limburg

De Theresiakerk in de Landgraafse kern Lauradorp moet binnenkort weer gaan leven. Het gebouw krijgt twee nieuwe functies. De begane grond van het monumentale pand wordt ingericht als grafkerk. Boven deze begraafplaats komt een verdieping met een gemeenschapsruimte. Het godshuis zou als de plannen doorgaan de eerste grafkerk van Limburg worden. Bovengronds begraven is in Nederland nog ongebruikelijk.

Twee miljoen

De herbestemming kost ruim twee miljoen euro. Dat geld willen de plannenmakers bijeenbrengen via subsidies en particuliere investeerders.

Geen bezwaren

Initiatiefnemers van het Landgraafse project zijn Robert Beelen en Raymond Smolenaers van de Thallia Groep in Weert, een bedrijf dat zich richt op het herbestemmen van cultureel erfgoed. Het bisdom ziet geen bezwaren in het plan, waar ook het kerkbestuur volgens de Thallia Groep achter staat.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

  • Op zoek naar afbeeldingen interieur.