Leiden, Pieterskerkhof 1A - Pieterskerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Pieterskerk |
Genootschap: | Nederlandse Hervormde Kerk |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | Leiden |
Plaats: | Leiden |
Adres: | Pieterskerkhof 1 A |
Postcode: | 2311SP |
Architect/Bouwmeester: | |
Sonneveld-index: | 02488 |
Jaar ingebruikname: | 1121 |
Huidige bestemming: | Kerk |
Monument status: | Rijksmonument |
Hoofdfunctie : | Religieus |
Oorspronkelijke bestemming : | Kerk |
Geschiedenis
Zeer grote historische stadskerk met dakruiter.
Vijfbeukige torenloze kruisbasiliek, begonnen ca. 1394 met koor met omgang. Schip uit de tweede helft van de 15de eeuw, transept van kort na 1500. In hoofdbeuk houten tongewelven, in zijbeuk en omgang stenen kruisribgewelven. Laatgotische kansel ca. 1525 met renaissance overhuiving ca. 1550. Koorhek uit ca. 1425. Diverse grafmonumenten, o.a. door Rombout Verhulst. Zaterdag 15 juni 2002 startte, tijdens een open dag, de restauratie van de Pieterskerk. Deze wordt niet meer als kerk gebruikt, maar als ruimte voor vergaderingen, exposities, concerten, recepties, colleges, enz. .
De vroegste geschiedenis van de Pieterskerk is allerminst zeker. Aan de huidige kerk gingen mogelijk verschillende bouwsels vooraf. Rond 1100 stond op deze plaats de grafelijke kapel van de Graven van Holland. Volgens J.J. Orlers (1570-1646) werd in 1121 de kapel gewijd aan de heiligen Petrus en Paulus. De wijding vond plaats door Godebald, de 24e bisschop van Utrecht, op 11 september, de eerste zondag na Maria Geboorte. In deze kapel vond de doop plaats van Graaf Floris V. In 1268 verhuisde Floris zijn hof naar het nabijgelegen ‘s- Gravenhage; de kapel werd parochiekerk. De commandeur van de ridderlijke Duitse Orde kreeg het patronaatsrecht, dat wil zeggen het recht om de priester van de Pieterskerk te benoemen: tot de alteratie (1572) benoemde hij altijd zichzelf. De ‘dienstwoning’ van de commandeur, de ‘commanderij’, was waarschijnlijk gevestigd in het pand dat nu met Kloksteeg 25 wordt aangeduid. Het steegje ‘Commanderijpoort’, in de aangrenzende Herensteeg en ook de naam ‘Herensteeg’ zelf, herinnert nog hieraan. Al snel ontstond er behoefte aan een groter gebouw. Er werd een nieuwe kerk gebouwd, die omstreeks 1350 werd voorzien van een toren, bijgenaamd Coningh der Zee, volgens Orlers omdat de schippers op zee de toren als baken gebruikten. De toren kwam in fasen tot stand en werd uiteindelijk ca. 70 meter hoog. Vanaf 1390 werd de kerk geleidelijk vervangen door de huidige kerk. In 1391 werd Rutger van Kampen als loodsmeester aangesteld, Hij stond o.a. aan het hoofd van de bouwloods van de Bovenkerk te Kampen. Rutger was een zoon van Michael van Keulen. Onder zijn leiding kwam allereerst een nieuw koor tot stand. Dit koor werd om het oude heen gebouwd, zodat tijdens de bouwperiode de diensten konden doorgaan. In 1412 kwam dit deel van de kerk gereed. Bouwmeester Rutger was toen al overleden en opgevolgd door Aernt van de Dom, die was verbonden aan de bouwloods van de Utrechtse Dom. De wisseling van bouwheer is in de kerk nog goed waar te nemen, onder andere aan de aansluiting van de kapitelen op de scheibogen in het koor. Onder leiding van meester Aernt werd het schip met zijbeuken gebouwd. Deze zijbeuken werden na 1465 onder leiding van Evert Spoorwater in breedte verdubbeld. Bij die gelegenheid is de binnenste zijbeuk iets vergroot.
Inmiddels was men aan de bouw van het hoge transept begonnen. Nadat in 1512 de toren was ingestort, werd het schip verlengd tot aan de huidige westgevel van de kerk; de pilaren en bijbehorende bogen uit het transept werden verplaatst naar de plek waar de toren had gestaan. Door de sloop van de oost muur van de toren werd dit proces pas na 1540 voltooid. Het transept werd voltooid in 1565 (het jaartal is vermeld op de nokbalk van het zuidtransept), hoewel de aanzet van de oorspronkelijke bogen in het schip zijn gehandhaafd. Bij de laatste restauratie (2001 - 2010) is geconstateerd dat de oorspronkelijke trekbalk (circa 1425), die tot de instorting van de toren ter hoogte van het dwarsschip in het schip lag, is hergebruikt als nokbalk van het noordtransept. Oorspronkelijk was het de bedoeling om het koor van een kapellenkrans te voorzien. Daartoe werden de pilaren op de hoeken van de kooromgang met het dwarsschip al in de toekomstige vorm uitgevoerd en ook de scheibogen tussen het transept en de eerste travee van de nieuwe kooromgang werden al aangebracht aan de noordzijde van het koor is al een fragment van de nieuwe muur aanwezig. In afwachting van de voltooiing werden de openingen van de scheibogen gedicht met baksteen. Ook andere plannen, waartoe de dragende pilaren van de viering zijn verviervoudigd en de oostelijke tot bovenaan zijn opgetrokken, werden door de reformatie doorkruist en zijn niet voltooid. Of het hier ging om de kerk te sieren met een lantaarn op de viering, of met een triomfboog aan de ingang van het hoogkoor, is niet zeker. Op 25 augustus 1566 en enkele dagen daarna werd de Pieterskerk getroffen door de beeldenstorm: “een quaet beginsel van twee manspersonen, mit geweer op de beelden slaende’’ zetten het proces van de alteratie in de Pieterskerk in gang, waarbij veel vernielingen werden aangericht. Het schilderij Het laatste Oordeel van Lucas van Leyden, werd daarbij door burgemeester Swanenburg op het nippertje gered door het van de beeldenstormers te kopen en naar het Stadhuis te laten overbrengen; nu is het te bewonderen in het Stedelijk Museum De Lakenhal; in de Pieterskerk hangt een kopie.
Bouwstadia van de Pieterskerk Leiden
Naast het Laatste Oordeel zijn na de beeldenstorm, als enige in Nederland, in Leiden de getijdenboeken met meerstemmige muziek bewaard gebleven: de koorboeken van de Pieterskerk. Naar in die tijd gebruikelijk was, was ook voor de Pieterskerk in de loop van de 15e eeuw een Getijdencollege ingesteld, dat op gezette tijden moest opdraven om de 7 getijden te zingen en de mis met koorzang op te luisteren. Voor dit en vergelijkbare colleges werden speciale boeken met muziek geschreven, veelal gekopieerde muziekstukken, maar ook een aanzienlijk aantal speciaal hiervoor gecomponeerde werken. Van de acht vervaardigde exemplaren Pieterskerk koorboeken (tussen 1549 en 1565) zijn er zes bewaard gebleven en op internet in te zien op de website van Erfgoed Leiden (www.archiefleiden.nl).
De veranderingen in en aan de kerk kregen uiteindelijk hun definitief beslag toen de stad in 1572 de zijde van Willem van Oranje koos, en alle kerken in Leiden daarmee in handen van de protestanten kwamen. De Pieterskerk werd op 7 juli van dat jaar gesloten; op 5 oktober werd de eerste protestantse eredienst gevierd. Ook in dat jaar werd nog eens ‘goed uitgehaalt’. Het interieur werd ingrijpend versoberd en vrijwel alle bouwkundige werkzaamheden werden gestaakt. De bouwperiode van de Pieterskerk kan dan ook in 1572 als voltooid worden beschouwd. Alleen het westportaal van de Pieterskerk werd nog in 1637-1642 verhoogd om plaats te bieden aan de balgenkamer van het orgel. In de 17e eeuw werden er huisjes tegen de kerk aan gebouwd, sommige naar een ontwerp van stadstimmermeester Arent van ‘s-Gravesande, die tevens de Marekerk ontwierp. Sinds 1975 is de Pieterskerk Leiden onttrokken aan de eredienst. Daarmee heeft zij haar betekenis voor de stad en de universiteit echter niet verloren, zo vindt jaarlijks de opening academisch jaar en de Dies Natalis van de universiteit Leiden in de Pieterskerk plaats. Het monument is als historisch gebouw te bezoeken en kan worden gehuurd voor bijzondere evenementen en concerten.
(Bron:Welkom in de Pieterskerk in Leiden.)
Gebouwomschrijving SKKN
De Pieterskerk is een laatmiddeleeuwse kruiskerk, waarvan de bouw van het huidige koor en omgang zijn begonnen in 1391, door Rutger van Kampen, terwijl in 1407 Aernt van Doem het werk overnam. Het schip en de zijbeuken volgden in de vroege vijftiende eeuw, terwijl de kerk tot in de zestiende eeuw werd uitgebreid.
Op dezelfde plek had al een kapel gestaan van de Graven van Holland, die op 11 september 1121, de eerste zondag na Maria-Geboorte, werd gewijd door Godebald, de 24e bisschop van Utrecht. Voorafgaand aan het huidige gebouw heeft aan de westzijde een grote toren gestaan, die in 1512 is ingestort.
Tegen de kerk aan (achter het koor) staan de kerkmeestershuizen, ontworpen door Arent van 's-Gravesande, uit 1645-48, en de negentiende eeuwse diaconiewoningen.
Van 's-Gravesande heeft in die tijd ook een en ander bij de kooromgang veranderd (deurportalen), terwijl rond 1650 de kerkmeesterskamer werd gebouwd, met vele interieurstukken uit de zeventiende en achttiende eeuw.
Rond 1860 werd een nieuw bankenplan ingericht naar ontwerp van meestertimmerman Pieter van der Kamp. De banken werden in neo-gothische stijl uitgevoerd. Bij gelegenheid van de restauratie in 1977-82 zijn ze grotendeels verwijderd; een aantal banken en onderdelen resteren hier nog van.
Na de ramp met het kruitschip in 1807 zijn de meeste kerkhuizen gesloopt. Om geld voor de restauratie vrij te maken werden in 1808 de luiken van het orgel verkocht. De schade werd aanvankelijk provisorisch hersteld, met o.m. houten kozijnen en blank glas, en leidde tot een integrale herstelling van de kerk aan het eind van de negentiende en begin van de 20e eeuw (ca 1880 - 1931). Vanaf 1907 tot in de jaren 1940 restaureerden W.C. Mulder, A. Mondt en J. van Nieukerken, waarbij men onder meer, zoals men gewoon was in die tijd, allerhande latere toevoegingen verwijderde. W.C. Mulder maakte ook de nieuwe tekeningen voor de ramen, in neo-gotische stijl. Zijn tekeningen, vanaf ca 1880, zijn bewaard gebleven en opnieuw gebruikt bij de laatste restauratie (2003-2010). In 1938 is de traditionele pleisterlaag verwijderd. Als verwijzing naar het oorspronkelijk aanzicht heeft men het hoogkoor van een witte verflaag voorzien.
Het eigendom van de Pieterskerk is in 1975 van de hervormde gemeente overgegaan naar de Stichting Pieterskerk Leiden, die er nu vooral evenementen en dergelijke in laat plaatsvinden. De belangrijkste functie is (sinds 1575) die van auditorium maximum van de universiteit. Momenteel (2008) is de kerk weer in restauratie; de werkzaamheden zullen in 2010 worden afgerond.
Orgels
Hagerbeer-orgel
Het hoofdorgel is in 1639-43 gebouwd door Germer Galtus en Jacobus van Hagerbeer (Amersfoort) met gebruikmaking van ouder Rugwerk uit 1446 en 1518. Rond 1687 vernieuwt Johannes Duyschot (Amsterdam) de balgen en het pedaalklavier. Pieter Assendelft (Leiden) breidt het instrument in 1745 uit. In 1843-46 wordt het gemoderniseerd door de firma Gebr. H.B. en G.W. Lohman (Leiden en Groningen). Zij vernieuwen de windladen en de mechanieken. J. Schaaffeld (Leiden) wijzigt in 1869 de dispositie. In 1943-46 wordt het orgel opnieuw geïntoneerd door de firma G. van Leeuwen & Zoon (Leiderdorp). Weer wordt het pedaalklavier vernieuwd. In 1960 vindt een restauratie plaats door de firma Willem van Leeuwen Gzn. (Leiderdorp). De firma Verschueren Orgelbouw (Heythuysen) restaureert het orgel in 1995-98, waarbij de oorspronkelijke situatie van 1643 zoveel mogelijk wordt gereconstrueerd.
- (Meer info:Orgeldatabase)
Hill-orgel in zuidertransept
Het transeptorgel is in 1883 gebouwd door William Hill & Son (Londen) voor St. John's Church, Gloucester Drive, te Londen. In 1994 restaureert de firma Steendam Orgelbouw (Roodeschool) het en plaatst het in de Pieterskerk.
- (Meer info:Orgeldatabase)
Monumentomschrijving Rijksdienst
PIETERSKERK; Ned. Herv. Kerk, gotische kruisbasiliek, oudste parochiekerk van Leiden, gebouwd op plaats van een uit 1121 daterend Romaans kerkje, gewijd door Bisschop Godebald. Koor 1398-1412. Kerk 1420/1425, toren in 1512 ingestort en beide W. traveeën gebouwd. Sinds 1572 Hervormde Kerk. Van oorsprong drieklaviers orgel, in 1643 gemaakt door G. van Hagerbeer. In 1843 sterk gewijzigd door H.B.Lohman en in 1946 door G. van Leeuwen. Drieklaviers Engels orgel in 1883 door Thomas Hill gemaakt voor St. Johns te Londen. In 1990 vanuit Engeland door de Stichting Pieterskerk aangekocht. Eikenhouten klokkenstoel met klok van P. Seest, 1763, diam. 58,5 cm.
In de media
- Uit Reformatorisch Dagblad, 6 januari 2009.
De Pieterskerk in Leiden krijgt maximaal 2,1 miljoen euro van het rijk voor de restauratie van het gebouw. In april zal het definitieve bedrag bekendgemaakt worden. Een en ander betekent dat de kerk nog 2 miljoen euro nodig heeft om de grootscheepse opknapbeurt af te ronden.
Het geld is beschikbaar gesteld bij de behandeling van de voorjaarsnota 2008 in de Tweede Kamer. Het CDA diende toen een amendement in waarbij 50 miljoen euro werd vrijgemaakt voor een groot aantal monumenten. Naar verwachting is de restauratie van de Pieterskerk op 1 september klaar, zodat op 9 september 2009 het jubileum van de kerk kan worden gevierd. Die bestaat dan 888 jaar.
- Uit Çontactbrief', 131/juli 2019
De directeur van de Leidse Pieterskerk, Frieke Hurkmans heeft een kroonluchter die door de Leidse synagoge aan de Lutherse Kerk was geschonken juist op tijd bij veilinghuis ‘Onder de Boompjes’ weggehaald zodat hij niet in particuliere handen zou vallen. “Want het is een stuk Leids erfgoed” zegt Hurkmans. De Lutherse gemeenschap heeft een mooie rol gespeeld in de oorlog. Waarschijnlijk heeft de kerk net als de Pieterskerk joodse onderduikers in huis gehad. De Lutherse Kerk aan de Hooglandse Kerkgracht sloot vorig jaar zijn deuren. Normaal mag alles wat aard en nagel vastzit bij verkoop van een monument niet losgemaakt worden, maar omdat de kroonluchter geen onderdeel uitmaakt van de formele inboedel van de kerk, was dat in dit geval geen probleem. Als alle vergunningen rond zijn (je mag niet zo maar iets ophangen) krijgt de kroonluchter een plek in de Pieterskerk naast het praalgraf van Johannes van Kerckhoven