Ohé en Laak, Kerkstraat 4 - O.L. Vrouw Geboorte
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | O.L. Vrouw Geboorte |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Limburg |
Gemeente: | Maasgouw |
Plaats: | Ohé en Laak |
Adres: | Kerkstraat 4 |
Postcode: | 6109AM |
Inventarisatienummer: | 13311 |
Jaar ingebruikname: | 1867 |
Architect: | Antonius_Cornelis_Bolsius (Bolsius, A.C.) |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 522190 |
Geschiedenis
Belangrijke neogotische kerk. Hoofdwerk van architect Bolsius.
Voor het jaar 1802 behoorde Ohé en Laak tot het gebied van Echt, vanaf 1802 tot 1862 behoorde het tot het gebied van Stevensweert en maakte gebruik van een noodkerk, totdat in 1867 de koepelkerk gereed kwam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de kerk in september 1944 door terugtrekkende Duitse troepen beschadigd, de opmars van de geallieerde troepen kwam tot stilstand aan de overkant van de Maas. Het dorp lag daardoor in de vuurlinie. Vanaf 6 oktober 1944 moest men gebruik maken van een noodkerk. De beelden en de kostbaarheden waren al eerder in veiligheid gebracht. Wel gingen de gebrandschilderde ramen verloren. Het orgel uit 1937 was al gedeeltelijk gedemonteerd. Ook de twee klokken zijn door de Duitsers afgevoerd.
De kerk is later hersteld.
Monumentomschrijving Rijksdienst
In ROMANO-GOTISCHE trant in 1867 naar een ontwerp van de architect A.C. Bolsius gebouwde ROOMS-KATHOLIEKE KRUISBASILIEK met SACRISTIE ter ere van Onze Lieve Vrouw Geboorte. A.C. Bolsius was een leerling van Pierre Cuypers (1827 - 1921) en als opzichter werkzaam bij de bouw van diens St. Catharinakerk te Eindhoven. Daarna werkte Bolsius tussen 1867 en 1884 in Limburg. Bolsius bouwde ook in Melick (uitbreiding van een Cuyperskerk) en in Doenrade.
De kerk is gelegen in een landelijke omgeving aan de rand van de Maasplassen. De kruisbasiliek met achthoekige kruisingstoren werd in 1918 uitgebreid met de bouw van twee kapellen, links en rechts van de hoofdingang. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de kerk zwaar beschadigd. Na de oorlog werd de kerk in de jaren 1945-1947 grondig gerestaureerd en werd een aantal veranderingen aangebracht. De houten wenteltrap, die binnen in de kerk stond en toegang gaf tot het zangkoor, werd verwijderd. Buiten de kerk werd een torentje aangebracht met een nieuwe trap. Het oksaal was nu vanuit het kerkportaal bereikbaar. Het houten plafond werd vervangen door steengaas-gewelven. De binnenmuren, vroeger geschilderde baksteen, werden nu totaal gepleisterd. De sacristie werd aanmerkelijk vergroot en door een gang verbonden met de pastorie, eveneens gelegen aan de Kerkstraat. In 1954 werd het interieur van de kerk definitief afgewerkt. De schilder Daan Wildschut voorzag de absis en triomfboog van schilderingen.
De kerk wordt aan de zijde van het priesterkoor begrensd door een ommuurd kerkhof. Op het kerkhof en op een plantsoen aan de zuidgevel van de kerk staan zandstenen beelden van de H. Michael en Maria Magdalena Daemen, die samen met de kerk, de pastorie en het H. Hartbeeld op het plein bij de pastorie worden beschermd.
Omschrijving
De KERK is een kruisbasiliek met drie beuken, een achthoekige kruisingstoren, twee transepten en een koor. De lichtbeuk, de transepten, het kerkportaal alsmede de twee kapellen naast het kerkportaal liggen onder zadeldaken. De zijbeuken hebben lessenaardaken. Aan de noordgevel wordt de zijbeuk na het transept voortgezet. De zijbeuk omvat hier een travee met een venster en doet dienst als hulpsacristie. Aan de zuidgevel is na het transept de sacristie onder een zadeldak aan de koortravee vastgezet. Achter de kruisingstoren bevindt zich het koor, bestaande uit een koortravee ter grootte van een lichtbeuktravee en een half ronde absis met half kegeldak. De kruisingstoren is vanuit de sacristie te bereiken middels twee in elkaar overlopende authentieke houten trappen die in een aparte torens zijn geplaatst onder kegeldaken. Alle daken alsmede de torenspits zijn gedekt met leien. De topgevels van de daken worden afgedekt door natuurstenen lijsten met een siersteen op de top. De kerk een opstand in baksteen in twee bouwlagen met metselwerk in kruisverband. De gebruikte materialen zijn baksteen en natuursteen, terwijl in het interieur veel marmer is gebruikt. In de gevels zitten spitsboogvormige en ronde glas-in-lood vensters met natuurstenen lateien en baksteen dorpels. De vorm van de verschillende vensters wordt geaccentueerd door bakstenen strekken. De ronde vensters in de kruisingstoren hebben voor de helft een natuurstenen dorpel, de andere helft wordt geaccentueerd door metselwerk. In de transepten en de voorgevel van de lichtbeuk bevinden zich rozetvensters. Siermetselwerk verder onder de daklijsten van de lichtbeuk, transepten en zijbeuken, alsook op de scheiding van bouwlagen. De gehele kerk is omgeven door een bakstenen plint.
De VOORGEVEL (westgevel) bevat twee kapellen die een portaal insluiten. De vensters van de kapellen en de houten entreedeur met smeedijzeren beslag alsmede de nis met Mariabeeldje boven de ingang van het voorportaal worden geaccentueerd door decoratief metselwerk. De toegangsdeur is te bereiken via twee natuurstenen treden. In deze wandopbouw spaarvelden en een decoratieve band van metselwerk in het midden van de gevelvlakken. Boven de kapellen en het portaal bevindt zich de voorgevel van de kerk met een rozetvenster en banden van siermetselwerk. Tegen de voorgevel is een torentje naar het oksaal aangebracht met een trap. Het oksaal is aldus vanuit het voorportaal te bereiken.
De WANDOPBOUW van de ZIJGEVELS is grotendeels identiek. Iedere gevel van de LICHTBEUK bevat drie paar vensters voor het transept. De ZIJBEUKEN worden door lisenen in drie traveeen met ieder een venster verdeeld. Over de gevels van de zijbeuken loopt onder de vensters een band van siermetselwerk. Deze band van siermetselwerk met daarboven een venster zet zich voort in de zijgevels van de kapellen die voor de voorgevel zijn geplaatst. De TRANSEPTEN bevatten drie vensters in de eerste bouwlaag en een rozetvenster in de tweede bouwlaag in de frontgevel. In de zijgevels van de transepten bevindt zich steeds een venster in de tweede bouwlaag. Aan de kant van de sacristie is de zijgevel blind. Op de kruising van de transepten met de zijbeuken aan iedere zijde een recente betonnen steunbeer, die door de wanden heen met de kruisingstoren is verbonden. De betonnen steunberen moeten het uitklappen van de wanden onder druk van de kruisingstoren voorkomen.
Bovenop de kruising van de verschillende beuken bevindt zich de achthoekige KRUISINGSTOREN met frontalen rond de spits. Op de spits een metalen kruis en een vergulde weerhaan. In de spits bevinden zich twee wijzerplaten, die worden aangedreven door een authentiek uurwerk in de toren. In de frontalen bevinden zich afwisselend een lancetvormig galmgat met houten schubben en een betonnen plaat. Onder de frontalen in totaal acht ronde glas-in-lood vensters, die voor de lichtinval via de koepel zorgen. Aan de achterzijde van de toren twee separate torens, die door decoratieve metselbanden in geledingen worden verdeeld. Deze torens lopen in elkaar over en overbruggen op die manier de ruimte tussen de sacristie en de klokkentoren met uurwerk. In de torens bevinden zich rechthoekige vensters. Na de transepten volgt het KOOR dat bestaat uit een travee van de lichtbeuk met een venster en een halfronde absis. De absis kent drie vensters in de tweede bouwlaag en een blinde dwerggalerij in de derde bouwlaag. De bouwlagen worden gescheiden door decoratief metselwerk. Waar de absis overgaat in de sacristie bevindt zich een vierkante schoorsteen van de verwarmingsinstallatie.
De SACRISTIE bevindt zich onder een zadeldak met leien bedekking. Onder de dakrand en over de gevel loopt een decoratieve band van metselwerk. In de achtergevel bevinden zich rechthoekige smeedijzeren kozijnen. Aan de sacristie is een gang vastgezet die de kerk en sacristie met de pastorie verbindt. We treden het INTERIEUR binnen via het voorportaal en komen onder het houten oksaal uit dat steunt op vier houten kolommen. Boven het orgel een groot rozetvenster. Aan iedere zijde van het schip vier kolommen die corresponderen met evenzovele spitsbooggewelven. De lichtbeuk kent drie paar vensters aan iedere zijde. De vensters liggen terug in spitsboogvormige nissen. De zijbeuken zijn steeds van het middenschip gescheiden middels drie scheibogen. De kruisingstoren steunt op vier kolommen van een dubbele omvang. Waar de kolommen in het plafond zich splitsen, bevinden zich driehoeken met decoratieve uitlopers van stucwerk. De kruisingstoren bevat een grote koepel met acht ronde vensters. Deze liggen in rondboogvormige nissen. Spitsbooggewelven vormen de overgang naar de zijkappellen in de transepten en het koor. De transepten bevatten een rozetvenster en drie glas-in-lood vensters in de grote gevelvlakken en een venster in iedere zijgevel. Het koor bevat twee spitsbooggewelven die de toegang aangeven naar het altaar in de lichtbeuktravee met aan iedere zijde een venster en het tabernakel in de halfronde absis. De halfronde absis bevat drie langwerpige rondboogvormige glas-in-lood vensters.
INTERIEURWAARDE hebben o.a. de dubbele houten deuren met smeedijzeren beslag als entree naar het voorportaal en de kerk, de authentieke plavuizen vloeren van de rechter kapel aan de frontgevel en de plavuizen vloeren van het koor en de absis. Naast de vele niet gebrandschilderde ramen bevat de kerk in totaal 21 gebrandschilderde glas-in-lood ramen van de hand van H. Oidtmann, Linnich (Duitsland). In de absis bevinden zich drie glas-in-lood ramen uit ca. 1900, die bijbeltaferelen uitbeelden. De overige achttien glas-in-lood ramen van Oidtmann zijn van latere datum. Twee zijn gedateerd op 1923 en 1925. De ramen bevinden zich op het priesterkoor (2), het linker transept (5), de linker zijbeuk (3), de rechter zijbeuk (3), de linker zijkapel (1), de rechter zijkapel (1). De drie rozetramen treffen we bustes aan van H. Cecilia, Madonna, H. Jozef op het sterfbed. Van de drie gebrandschilderde glas-in-lood ramen in het rechter transcept is de maker niet bekend.
De kerk bevat verder een hardstenen doopvont uit de late Middeleeuwen. Recent is daar een koperen gewelfd deksel van Arthur Spronken bijgemaakt. De biechtstoelen zijn afkomstig uit het atelier Cuypers te Roermond en worden gedateerd op 1870. Het tabernakelkastje is zeventiende-eeuws en van eikenhout. Daarnaast in de kerk diverse (gepolychromeerde dan wel bruingeverfde) houten beelden uit de vijftiende tot de negentiende eeuw. In de spits van de kruisingstoren bevindt zich een authentiek uurwerk uit de negentiende eeuw.
Op het plantsoen aan de zuidgevel van de kerk bevindt zich een zandstenen beeld van de hand van de beeldhouwer Van Helden, Waldfeucht (Duitsland) uit 1933. Op een trapsgewijze pedestal staat een beeld van Maria Magdalena Daemen, stichteres van de orde der Zusters Franciscanessen van Boetvaardigheid en Christelijke Liefde.
Op het kerkhof, dat grenst aan de oostzijde van de kerk, bevindt zich eveneens een zandstenen beeld van de beeldhouwer Van Helden. Dit beeld uit 1932 beeldt de H. Michael uit, gevleugeld met naar beneden gericht zwaard in de linkerhand.
Waardering
De architectuur-historische waarden van de R.K. Kerk O.L.V. Geboorte te Ohé en Laak worden op de eerste plaats bepaald door het belang van het gebouw binnen de bouwtraditie van het atelier van dr. Pierre Cuypers (1827 - 1921). A.C. Bolsius is een leerling van Cuypers. Hij uit zich in zijn ontwerp in een wonderbaarlijke vormentaal en streeft een hoog aspiratieniveau na. De architectuur-historische waarden van de kerk worden verder bepaald door de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp en verder vanwege het materiaalgebruik en de ornamentiek. De kerk is van cultuur-historische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling: de emancipatie van het Rooms-Katholieke geloof in de provincie Limburg vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw. De cultuur-historische waarde van de kerk wordt bovendien bepaald door de aanwezigheid van een groot aantal kunsthistorische schatten. De kerk kent een hoge mate van architectuur-historische gaafheid van het exterieur en het interieur, mede in relatie tot de visuele en structurele gaafheid van de omgeving. Dit gegeven bepaalt eveneens de ensemblewaarde van de kerk.
De kerk is tenslotte van algemeen belang vanwege de architectuur-historische en cultuur-historische waarden, de ensemblewaarde, de gaafheid en typologische zeldzaamheid.
Orgel
Het orgel is gebouwd door gebr. Vermeulen in 1937.
In de media
- Uit Limburger Koerier, 1 Februari 1937.
In een vergadering van 't R.K. Kerkbestuur werd besloten aan de Gebr. Vermeulen te Weert opdracht te geven tot den bouw van een kerkorgel. De dispositie van het nieuwe orgel omvat 12 registers, verdeeld over twee manualen en vrij pedaal. In Juli zal het werk gereed zijn.