Rijnsburg, Kerkstraat 32 - Grote of Laurentiuskerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Grote Kerk |
Genootschap: | PKN Protestantse gemeente Rijnsburg |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | Katwijk |
Plaats: | Rijnsburg |
Adres: | Kerkstraat 32 |
Postcode: | 2231CZ |
Sonneveld-index: | 03334 |
Jaar ingebruikname: | 1578 |
Architect: | |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 33009 (kerk) 33010 (Toren) |
Geschiedenis
Historische dorpskerk met toren. Grote uitbreidingen uit begin 20e eeuw.
De Grote Kerk wordt in 1577/1578 gebouwd met materialen afkomstig van een voormalige kerk uit de Hoofdstraat (toen Dorpsstraat) in Noordwijk. De kerk wordt achter de romaanse toren uit de 12e eeuw gebouwd, een restant van de kerk van de abdij van Rijnsburg, die aan Laurentius was gewijd. Na de ingebruikname in 1578 wordt de kerk vijf maal uitgebreid: 1633, 1660, 1903, 1910 en in 1923. In 1910 wordt de noordelijke zogenaamde kleine zijbeuk aangebouwd, waarna de zuidelijk zogenaamde grote zijbeuk in 1923 volgt. In 1980 wordt de kerk een jaar gesloten en geheel gerenoveerd, waarbij zelfs het dak eraf gaat en geheel wordt vervangen. Zoals vele oude kerktorens is ook de Rijnsburgse toren eigendom van de burgerlijke gemeente. Deze situatie dateert nog uit 1798 toen door een wet van Napoleon de eigendom van bijna alle toenmalige kerktorens aan de burgerlijke gemeente is toegewezen.
In 1928/29 wordt aan de Brouwerstraat een 'zaal voor christelijke belangen' gebouwd. De Bethelkerk is een eenvoudige zaalkerk met paraboolgewelf. In 1929 werd het gebouw in gebruik genomen. In 1967 vindt een grootscheepse verbouwing plaats waarbij aan de voorzijde een laag portaal wordt bijgebouwd. Met ingang van 1 mei 2010 is de Bethelkerk gesloten en te koop gezet. De kerkdiensten worden verplaatst naar het hervormde zalencentrum De Voorhof aan de Vliet. Medio 2012 wordt de consistorie van de Bethelkerk tijdelijk in bruikleen gegeven aan de Hervormde en Gereformeerde jeugd die er een jeugdhonk van maken.
- (Bron:Website kerkelijke gemeente)
Monumentomschrijving Rijksdienst
Kerk
N.H. Kerk. Met de bouw in 1578 aangevangen, herhaaldelijk later gewijzigd. Op het omliggend terrein en kerkhof fundamenten van het abdijcomplex welke in 1133 door Petonelle van Saksen, douairière Graaf Floris II van Holland gesticht werd. Tijdens het Leids beleg verwoest. In het koor fragmenten van grafmonumenten voor leden van het grafelijk huis van Holland.
Toren
Toren der N. H. Kerk. Romeinse tufstenen toren uit de 12e eeuw, de 2 overgeblevene van een tweetal dat het front van de oude Abdijkerk sierde. Klokkenstoel met gelui bestaande uit een klok van C. Ammeroy, 1603, diameter 139,4 cm, een klok van R. Butendiic, 1447, diameter 109,4 cm en een klok van E. Splinter, 1634, diameter 54,4 cm.
Gebouwomschrijving SKKN
De Grote Kerk ligt op een terrein waar vroeger de abdij van Rijnsburg lag. De abdij werd in 1133 als benedictinessenklooster gesticht door Petronella van Saksen, de vrouw en weduwe van graaf Floris II, bij een kapel (de Gravenkapel) die in 975 door graaf Dirk II gesticht zou zijn naar aanleiding van een op de Friezen behaalde overwinning op St. Laurentiusdag. De kapel was daarom gewijd aan St. Laurentius. Volgens de Egmondse Annalen werd de verbouwde kerk uit 1133 gewijd aan de Maagd Maria. Gravin Sophia (overleden in 1176) gaf de abdij meer status door een aanzienlijke verbouwing van de kerk die vervolgens in 1183 gewijd werd. In 1296 werd dit bouwwerk door brand getroffen en moest zodoende weer herbouwd worden. De oude abdijkerk werd in 1573-1574 verwoest en kort daarna (gedeeltelijk) afgebroken. Waarschijnlijk had de abdijkerk twee westtorens waarvan de zuidelijke bewaard is gebleven. Een deel van het bouwmateriaal van de abdij en de kerk werd door de Staat verkocht. Omstreeks 1578 werd een ander, eenbeukig kerkgebouw opgetrokken tegen de nog bestaande toren, waarbij gebruik gemaakt werd van materiaal van de leegstaande Begijnhofkerk in Noordwijk, maar ook van resterend materiaal van de oude abdijkerk. In 1633 werd een noorderzijbeuk aangebouwd. De kooromgang kwam vermoedelijk tot stand in 1660. Tegen de kooromgang is een consistorie aangebouwd. De lantaarn en de naaldspits van de toren dateren uit 1830 en zijn herbouwd bij de restauratie van 1964. Vanwege plaatsgebrek werd de kerk in 1903 uitgebouwd met de zuiderzijbeuk naar ontwerp van H.J. Jesse, in 1910 met het noordertransept en in 1923 met het zuidertransept naar ontwerp van W.I. Fontein. Zo ontstond het huidige gebouw met de driebeukige opzet met transepten. Een grootscheepse restauratie vond plaats in de jaren 1980-1981 naar aanleiding waarvan een gedenkboek verscheen, nl. 'De Grote Kerk doet weer dienst'.
Biotoop
De Grote Kerk te Rijnsburg ligt aan de Kerkstraat 32. De kerk heeft een 12de eeuwse tufstenen toren met drie geledingen, een overblijfsel van het westfront van de voormalige abdijkerk. Rechts en achter de kerk bevindt zich de Hervormde begraafplaats. Links achter de kerk zijn, sinds de opgravingen van 1949-1951, de contouren van een kerk of een kapel te zien; een schip met klaverbladvormig koor. Lange tijd is verondersteld dat dit de contouren waren van de abdijkerk. Volgens recent onderzoek zou dit met name de Gravenkapel zijn waar de Hollandse graven en hun familieleden begraven zijn. Deze Gravenkapel zou dan deel uitgemaakt hebben van de abdijkerk. Hoe de 12de eeuwse kerk eruit heeft gezien en hoe de relatie was met de Gravenkapel is niet duidelijk. De opgegraven funderingen fungeren thans wederom als mausoleum en gedenkteken voor de graven en gravinnen van het Hollandse huis die hier ooit begraven zijn. Om die reden is voor aan de weg, voor de fundamenten, een groot standbeeld geplaatst van graaf Floris V.
Orgel
In 1923 bouwde de firma Van Leeuwen een nieuw orgel voor de Grote Kerk te Rijnsburg. Het oude instrument, geleverd door Knipscheer in 1873, plaatsten zij over naar Weerselo. Het nieuwe orgel werd gebouwd met fabrieksonderdelen, afkomstig van de firma Laukhuff. Op 2 september 1923 nam men het officieel in gebruik. Adviseur Cornelis Immig bespeelde het bij deze gelegenheid. In 1953 is het orgel door Van Leeuwen verbouwd. Adviseur bij deze werkzaamheden was dr. H.L. Oussoren. Het orgel had pneumatische kegelladen. De firma Van der Linden bouwde in 1975 een geheel nieuw binnenwerk met mechanische sleepladen in de kas. Van het oude pijpwerk werden slechts enkele stemmen gedeeltelijk overgenomen. Adviseur was dhr. D. Schoneveld. In de zomer van 1975 werd het in gebruik genomen met een bespeling door Simon C. Jansen. Men was van het begin af aan niet geheel tevreden over het orgel. Geadviseerd door J. van Rijn, organist te Katwijk, reviseerde Pels & Van Leeuwen het orgel in 1988 en 1989. Hierbij werd de dispositie gewijzigd. Enkele registers werden omgewerkt: de Gemshoorn 4' tot een Gedekte Fluit, de Quintadeen 8' tot een Flûte Travers, de Prestant 4' tot een Flûte Octaviante en de Scherp tot een Plein-Jeu. Daarnaast werd de Roerfluit gedeeltelijk vernieuwd, de Cornet geheel, de Sesquialter werd gewijzigd in een aparte Flageolet en een Terts, en er werd een Flûte Harmonique 8' aan het Zwelwerk toegevoegd. Op Eerste Paasdag, 26 maart 1989, werd het orgel opnieuw in gebruik genomen. In 2011 is het orgel gerestaureerd door de firma Adema. Daarbij is de dispositie van met name het zwelwerk gewijzigd. De manuaaltonwerken zijn vervangen alsmede de strijkers. De windvoorziening is geheel vervangen en uitgebreid. Het orgel is geheel opnieuw geïntoneerd. De klank van het orgel is na deze laatste restauratie veranderd in Frans romantisch met een grote zeggingskracht over de gehele linie
- (Bron:Orgeldatabase)