Soest, Torenstraat 1 - Oude Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Oude Kerk |
Genootschap: | Protestantse Gemeente Soest |
Provincie: | Utrecht |
Gemeente: | Soest |
Plaats: | Soest |
Adres: | Torenstraat 1 |
Postcode: | 3764CK |
Inventarisatienummer: | 04250 |
Jaar ingebruikname: | 15e eeuw |
Architect: | |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 34107 |
Geschiedenis
Historische dorpskerk met hoge toren uit de "Domfamilie", en kleine dakruiter. Gerestaureerd in 1957.
De Oude Kerk is het oudste gebouw in Soest. Omstreeks 1350 kwam de kerk gereed. Vermoedelijk is de grote toren in 1481 tegen de bestaande kerk gebouwd. Aan de noordzijde van de toren is een traptoren gebouwd. Deze geeft toegang tot de grote toren. Na 182 treden bereikt men de omgang.
Aan de voet is de toren 8,25 meter in het vierkant, met muren van 1,50 meter dikte. De hoogte tot de omgang is 33,75 meter, met daarop een achtkantig muurwerk van 1,75 meter hoog. Daarop staat een houten, met leien bedekte spits van 10 meter. Daarbovenop, dus op een hoogte van 45,50 meter, staat de windhaan. De hoge toren is zeer ver in de omtrek te zien. In de toren hangen twee luidklokken, waarvan de grootste vermoedelijk gewoon naast de kerk werd vervaardigd en gegoten. Dat gebeurde in het jaar 1506.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Begin 16e eeuw toegevoegde toren van de Ned. Herv. Kerk. Klokkenstoel met klok van W. van Wou, 1506, diam. 124,9 cm. In dakruiter klok van anonieme gieter, 1576, diam. 27,3 cm. Mechanisch torenuurwerk, B. Eijsbouts, 1940, buiten gebruik gesteld. In zuidmuur van de kerk, zit een wijzerplaat van een zandstenen zuidwijzer, in de vorm van een halve cirkel. Bij een restauratie van de toren in 1905 kwamen uit een dichtgemetselde ruimte middeleeuwse beelden te voorschijn, die waarschijnlijk tegen beeldenstormers daar verborgen waren. Deze beelden bevinden zich momenteel in het Rijksmuseum te Amsterdam, museun Flehite te Amersfoort en het Catharijne Convent te Utrecht.
Verbouwing ca 1850
De in 1847 overleden predikant Dirk Jacobus Onink legateerde aan de Ned. Hervormde Kerk een bedrag dat de aanzet vormde tot een verbouwing. De aanbesteding vond plaats in 1850. Een en ander onder toezicht van Joost Meerdink, meester metselaar en timmerman. Het ontwerp van de verbouwing was van de hand van de architect E. Ruitenberg te Amersfoort. Bij deze verbouwing werd een separatie aangebracht tussen kerk en koor. In het midden hiervan kwam de preekstoel met aan beide zijden een deur. Het tot dan toe aanwezige koorhek kwam te vervallen. Het orgel werd hoger geplaatst. De banken onder het orgel werden anders gerangschikt. De zware houten balken in het inwendige van de kerk werden door ijzeren trekstangen vervangen. Ten slotte werd het interieur in een kleur gebracht namelijk eikenhout. De zijdeur onder het orgel welke toegang gaf tot het torenuurwerk werd dichtgemetseld en er werd een nieuwe deur aangebracht aan de buitenzijde van de toren. Zoals vanouds zou daarna de toegangsdeur tot de kerk weer onder door de toren lopen. Het koor was nu afgesloten van het schip van de kerk. In deze aldus ontstane ruimte werd een verdieping gemaakt. Op de begane grond was de consistorie en kolenopslag. Boven was de ruimte bestemd voor catechisatie e.d. In het midden tegen dit schot werd de preekstoel geplaatst.
Verbouwing ca 1957
De scheiding tussen schip en koor wordt verwijderd. Omdat er dan geen consistorie meer aanwezig is wordt naast de kerk een achtkantig gebouwtje geplaatst, waar de consistorie in zit. De Koninklijke Bank blijft bestaan, dit op verzoek van het Koninklijk Huis (Deze zal wel in een nieuwe stijl worden gemaakt). Aan de Koninklijke zijde van de kerk komt een 8-kantig lokaal op tekening in de vorm van een kapel. Dit lokaal zal dienen als kerkenraadskamer van vergadering en catechisatie. De trekstangen worden vervangen door balken. In het inmiddels weer open koor komt de avondmaalstafel te staan en de lessenaar. De preekstoel wordt nu zijdelings geplaatst achter de doopvont welke in bruikleen is verkregen van het Rijksmuseum te Amsterdam (en oorspronkelijk uit Nigtevecht kwam).
Orgel
Het orgel is in 1960 gebouwd door de firma J. de Koff & Zoon (Utrecht). Het pijpwerk van zes stemmen, de windlade van het Hoofdwerk en delen van de klaviatuur zijn afkomstig uit het vorige orgel van deze kerk, dat in 1876 door J.F. Witte (fa. J. Bätz & Co.) te Utrecht geleverd was.
- 2018 De Oude kerk heeft sinds januari 2018 een ander orgel. Zo meldde dagblad Trouw. Het betreft een instrument, gebouwd door Albert van Gruisen in 1810-1811 voor de Doopsgezinde kerk van Harlingen. In 1858 is het door Petrus van Oeckelen uitgebreid en overgeplaatst naar een groter gebouw. In 1996 werd het aangekocht voor de Kleine Kerk van Vollenhove. Het ontbrak hier echter aan voldoende pecunia om het op te bouwen. Het werd opgeslagen in een loods. In 2008 kwam het in handen van orgelbouwer Reil in de hoop er een passende bestemming voor te vinden. Dat werd de Oude Kerk van Soest die het op aanraden van orgeladviseur Dirk Bakker kocht ter vervanging van het in slechte staat verkerende De Koff orgel uit 1957. De herbouw ging niet zonder problemen; er moest een nieuw orgelbalkon worden gemaakt en de RCE moest toestemming geven voor het inkorten van het orgelfront dat te breed was voor de kerk. Het orgel verkeerde ook in deplorabele staat. Veel frontpijpen waren plat gevouwen, geknakt en gebroken. De orgelkas, die in 1900 was zwartgeverfd, is na kleuronderzoek weer in oorspronkelijk lichte esdoorn-imitatie overgeverfd en is nu een juweel om te zien.
In de media
- Uit Het Nieuws van den Dag, 25 Augustus 1876.
Het nieuwe orgel te Soest, een geschenk van den Koningin en Prins Hendrik, is Zondag voor 't eerst bespeeld door Richard Hol. De Predikant Bos hield bij die gelegenheid een rede over de waarde van 't Christelijk kerkgezang.
- Uit Reformatorisch Dagblad, 10 februari 2009.
De vijf eeuwen oude kerkklok van de Oude Kerk in Soest zal de komende maanden zwijgen. De grote luidklok en haar ‘jongere zusje’ zijn dringend aan herstelwerkzaamheden toe om slijtage te voorkomen. De klok uit 1506 is een van de oudste luidklokken van Nederland. Eens in de twintig jaar wordt gekeken naar de touwen, het luidwerk en de klepels. Een mechanicus vervangt of herstelt de versleten onderdelen.
Door de werkzaamheden kunnen de kerkklokken een aantal weken niet geluid worden. De gemeente hoopt op 7 maart de klokken weer in gebruik te nemen.