Handelingen

Steyl, St. Michaëlstraat 7 - St. Michaël (Missiehuis en dubbelkerk)

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Provincie: Limburg
Gemeente: Venlo
Plaats: Steyl
Adres: St. Michaelstraat 7
Postcode:
Bouwja(a)r(en): 1880-1884
Sonneveld-index: 18941
Architect: H. Erlemann
Oorspronkelijke bestemming: Rooms-katholiek missiehuis met dubbelkerk
Huidige bestemming: Rooms-katholiek missiehuis met dubbelkerk
Monument status: Rijksmonument 528352

Geschiedenis

Steyl, Sint Michaël - gebouwencomplexen

Steyl heeft een unieke verzameling kloosters op haar grondgebied staan. Het kloosterdorp werd gesticht door Arnold Janssen in 1875. Sindsdien hebben zich drie aparte kloosterordes gevormd.

  • Het gezelschap van het goddelijke woord (SVD), gevestigd in het missiehuis St. Michaël.
  • De missiezusters, of dienaressen van de Heilige Geest, gevestigd in het klooster Heilig Hart..
  • De dienaressen van de Heilige Geest van de altijddurende aanbidding, gevestigd in het slotklooster Heilige Geest.,

Het Missiehuis St.Michaël omvat 32 onderdelen die in het monumentenregister zijn opgenomen, te weten:

  • Complexonderdeel 1: voormalig Landhuis HIER OMSCHREVEN
  • Complexonderdeel 2: St. Michaëlkerk (en kloostergebouwen) HIER OMSCHREVEN
  • Complexonderdeel 3: Kloosterkapellen missiemuseum en St.Gregor)
  • Complexonderdeel 4: Missiemuseum.
  • Complexonderdeel 5 t/m 32: overige opstallen en historische artefacten

Oorspronkelijk was het huis een herberg, maar in 1875 werd het uitgebouwd tot missiehuis. In 1876 werd er een missiedrukkerij begonnen. Ook kwam er een communiteit van missiezusters (SSpS) en slotzusters (SSpSAp). Het huis is altijd bewoond geweest door voornamelijk Duitse medebroeders en is ook altijd deel geweest van de Duitse provincie van de SVD. Juridisch gezien behoort het huis dus niet tot de Nederlandse SVD-huizen.

Het seminarie voor de Nederlandse studenten verhuisde later naar Uden. Anno 2008 functioneert het huis als missiehuis en is er tevens een missiemuseum gevestigd.

Monumentomschrijvingen Rijksdienst

Voormalig landhuis

Voormalig LANDHUIS, uit de tweede helft van de 18de eeuw, thans onderdeel van het Missiehuis St. Michaël. Bakstenen gebouw met mansardedak en segmentboogvensters en ingang in hardstenen omramingen met gegroefde sluitsteen. Dubbele voordeur met ovaalvulling en bovenlicht met snijraam van omstreeks 1800. Houten beelden Madonna (circa 1500). Calvarie (XVI A), schilderij met voorstelling van Christus.

Het voormalig landhuis uit de tweede helft van de 18de eeuw vertegenwoordigt algemeen belang wegens:

  • de ouderdom;
  • de betekenis voor de geschiedenis van de kloosterlijke stichtingen in Steyl.


Sint Michaelkerk en klooster

Het neogotische vleugelaltaar in de bovenkerk. Opname 5-6-2011, Frank Noordenbos

St.Michaël (KERK van het Steyler Missionsgesellschaft des Göttlichen Wortes). 1880-1884 door H. Erlemann naar schetsen van de bouwkundige en priester Jos. Prill van het Aartsbisdom Keulen. Neogotische basiliek, bestaande uit een onder- en een bovenkerk, de laatste met galerijen, beide met kooromgang en straalkapellen. Westgevel met twee torens, bekroond door achtkanten met spitsen. Tussen de torens een loggia met bogenstelling op zuilen. De onderkerk heeft zware pijlers, de bovenkerk zuilen met goudgeschilderde koolbladkapitelen. Stenen kruisribgewelven. In de bovenkerk een rijk neogotisch vleugelaltaar. De straalkapellen bezitten neogotische gebrandschilderd glas. De kerk van de Heilige Michaël is ingeschreven in het register van beschermde monumenten.

De KLOOSTERGEBOUWEN van het klooster Sint Michaël vormen een gebouwencomplex op een ongeveer M-vormige plattegrond. De neogotische basiliek met twee torenspitsen is centraal gesitueerd. Daaromheen liggen de diverse andere bouwvolumes met onder andere verblijfsgebouwen. De voorgevel aan de St. Michaëlstraat heeft een enigszins symmetrische indeling. In het middengedeelte een bouwdeel met gemoderniseerde entreepartij. Aan weerszijden verblijfsvleugels. De voorgevel wordt aan beide zijden beëindigd met een torenachtig bouwvolume. Het centraal gelegen entreegebouw is omstreeks 1884 gebouwd en heeft een symmetrisch ingedeelde voorgevel en telt drie bouwlagen plus dakverdieping. Het zadeldak met dakschild is deels met pannen, deels met leien gedekt. Het middendeel van de voorgevel loopt uit in een topgevel. De entreepartij werd omstreeks 1980 gemoderniseerd. Segmentboogvormige en spitsboogvormige vensters. In de topgevel drie spitsboogvormige spaarvelden met in de kleinere spaarvelden links en rechts een spitsboogvormig venster. De spaarvelden worden gescheiden door twee natuurstenen pilasters. In het dakschild vier dakkapellen met zadeldakje dat is gedekt met leien. Op de topgevel een stenen kruis. Boogfriezen onder de dakrand en in de topgevel. Aansluitend aan de linker- en rechterzijde van het entreegebouw staan twee vrijwel identieke bouwdelen.

Het gebouw aan de rechterzijde dateert uit 1876 en het gebouw aan de linkerzijde uit 1884. Het gebouw aan de rechterzijde telt in elk van de drie bouwlagen zes vensters. Het gebouw aan de linkerzijde vijf vensters per bouwlaag.In het dakschild rechts zes vensters en links vijf. Het volgende bouwdeel rechts van het entreegebouw dateert uit 1878 vertoont gelijkenis met het entreegebouw. Het middendeel van de voorgevel loopt uit in een topgevel met hierin twee kleine vensters en twee natuursteen pilasters. De vensters zijn segmentboogvormig en spitsboogvormig.

Het volgende bouwdeel aan de rechterzijde dateert van omstreeks 1879 en heeft weer een gelijksoortige opbouw als de volumes die het entreegebouw flankeren. De voorgevel wordt aan de noordzijde afgesloten met een torenachtige bouw uit 1911. Dit gebouw telt vier bouwlagen en wordt afgedekt met een plat dak met kanteelachtige kolommen op de dakrand. Onder de dakrand zijn boogfriezen aangebracht.

Aan de zuidzijde wordt de voorgevel afgesloten met een soortgelijke torenbouw als aan de noordzijde. Dit bouwdeel dateert uit 1912 en telt vijf bouwlagen onder een plat dak. Eveneens staan hier op de dakrand kanteelachtige bakstenen kolommen. Onder de dakrand zijn boogfriezen aangebracht.

Aan de noordzijde van het gebouwencomplex staat deels haaks op de achtergevel van de hoektoren een verblijfsvleugel uit omstreeks 1880. Deze vleugel werd in 1910 aan de Maaszijde nog iets vergroot. Dit bouwvolume telt drie bouwlagen plus souterrain en dakverdieping. Het gebroken schilddak is gedekt met pannen. De dakkapellen zijn met een zadeldakje uitgevoerd. De segmentboogvormige vensters zijn voorzien van roedeverdeling. Ongeveer in het midden van de voorgevel springt een volume iets naar voren; het loopt uit in een trapgevel. In de trapgevel bevindt zich een spitsboogvormig venster. De entreepartij in dit geveldeel met trapgevel is omstreeks 1980 gemoderniseerd. De kopgevel aan de Maaszijde van deze verblijfsvleugel heeft een middendeel dat uitloopt in een trapgevel en wordt geaccentueerd met lisenen. In de eerste bouwlaag van dit geveldeel een rechthoekige houten deur met treden van natuursteen. Het dakvolume is zowel aan de Maaszijde als aan de binnenplaatszijde voorzien van een reeks dakkapellen.

Het volgende bouwdeel aan de Maaszijde dateert uit 1888 en telde oorspronkelijk twee bouwlagen plus souterrain, maar is omstreeks 1910 met één bouwlaag verhoogd en heeft een plat dak.

Het volgende bouwvolume vormt de verbinding met de St. Michaëlkerk. In dit volume zijn ondermeer het trappenhuis van de kerk en de sacristie ondergebracht. Aan de linkerzijde een torenvolume met drie bouwlagen van ongelijke hoogte onder een tentdak met leien. De spitsboogvormige ramen hebben hardstenen dorpels, onder de dakrand zijn boogfriezen aangebracht. Tussen de tweede en derde bouwlaag is een natuurstenen waterlijst geplaatst. Rechts van het torenvolume bevindt zich de entree naar het trappenhuis in een hoge spitsboogvormige omlijsting (uit omstreeks 1980). Aan de bovenzijde van de spitsboog bestaat de gevel uit drie kleine spitsboogvormige glas-in-lood vensters met voor het middelste venster een console met daarop een beeld van St. Andreas.

Aan de zuidzijde van de St. Michaëlkerk, aan de zijde van de apsis, staat een bouwvolume in drie bouwlagen met plat dak. Dit volume dateert uit omstreeks 1886 en vormt de verbinding met de grote verblijfsvleugel aan de zuidzijde van het kloostercomplex. Deze vleugel staat deels haaks op de achtergevel van de torenbouw aan de zuidzijde van de voorgevel van het St. Michaëlklooster en telt drie bouwlagen plus een souterrain en een dakverdieping. Het gebroken schilddak wordt gedekt met pannen. Aan de noord- en zuidzijde is een reeks dakkapellen geplaatst. De kopgevel aan de Maaszijde is voorzien van een torenachtige uitbouw. Deze uitbouw telt zes bouwlagen en is achtzijdig. Op het platte dak is de dakrand met bakstenen kantelen uitgevoerd. Spitsboogvormige vensters. In de hoogste bouwlaag bevindt zich in elke gevelzijde een rond venster en onder de dakrand zijn boogfriezen aangebracht.

De voorgevel van de lange verblijfsvleugel aan de zuidzijde telt drie bouwlagen plus een souterrain en een dakverdieping. Het middengeveldeel loopt uit in een topgevel met hierin drie spitsboogvormige vensters. Dit geveldeel werd omstreeks 1980 voorzien van een nieuwe entreeparij met brede trap. Het torenvolume vormt de afsluiting van deze verblijfsvleugel. Het torenvolume is aan de west- en zuidzijde voorzien van een entreeportaal in een bouwlaag met plat dak.

Het portaalgebouw aan de noordzijde van de St. Michaëlkerk is aan de binnenplaatszijde voorzien van twee zware steunberen met daartussen een rechthoekige houten deur met spitsboogvormig bovenlicht. Aan de bovenzijde van deze deur een groot rond glas-in-lood venster. Aan de rechterzijde van de deur een hoog spitsboogvormig glas-in-lood venster. De achtergevels van de overige bouwdelen hebben moderne vensterkozijnen.

In het interieur van het kloostercomplex zijn onder meer de volgende elementen van belang. De structuur van de verblijfsgebouwen met hallen, trappenhuizen en gangen is in tact. De uitmonstering van het interieur is ten dele gemoderniseerd behoudens het grote portaal aan de noordzijde van de St. Michaëlkerk met kruisribgewelven en pilasters en enkele authentieke trappenhuizen met trappen met smeedijzeren leuning en houten handlijst. In de sacristie van de St. Michaëlkerk staan authentieke paramentenkasten met gebeeldhouwde panelen. In de voormalige aula rondom een rij vierkante kolommen in natuursteen; deze kolommen zijn met afgeschuinde hoeken uitgevoerd en dragen grote spitsbogen.

De kerk gewijd aan de Heilige Michaël en de kloostergebouwen van het klooster Sint Michaël zijn van algemeen belang en bezitten opmerkelijke cultuur- en architectuurhistorische waarden. Cultuurhistorische waarden liggen met name besloten in de kerkhistorie want het betreft een zogenoemd Kulturkampfklooster met aanleg nabij de Duitse rijksgrens. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de toegepaste bouwstijl en bijbehorende detaillering terwijl het complex als voorbeeld uit het oeuvre van de architecten Erlemann en Prill een belangwekkende proeve levert. De kloostergebouwen met kloosterkerk zijn in typologisch opzicht zeldzaam, met name door de wijze waarop de kloosterkerken in een groter bouwvolume zijn opgenomen en in een functionele, historische en sierende relatie tot de tuinaanleg staan. De interieurs van de boven- en onderkerk van het klooster zijn bijzonder waardevol in zowel kunsthistorisch als in religieus-historisch perspectief. Ensemblewaarden worden ontleend aan de situering nabij de Maas en wegens de ruimtelijke en historische verbintenissen met de overige kloosterlijke stichtingen van Arnold Janssen in Steyl.

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur