Uden, Volkelseweg 30 - Arnoldus
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Arnoldus |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Maashorst |
Plaats: | Uden |
Adres: | Volkelseweg 30 |
Postcode: | 5405NA |
Sonneveld-index: | 08424 |
Jaar ingebruikname: | 1913 |
Architect: | Franssen, C |
Huidige bestemming: | kapel |
Monument status: | Rijksmonument 512983 |
Geschiedenis
Met retraitehuis, Dienaressen van de Heilige Geest, uitbreiding 1931.
Monumentomschrijving Rijksmonument
Het RETRAITEHUIS van de Congregatie Missiezusters Dienaressen van de H. Geest, gesticht vanuit het klooster te Steyl, is in drie fasen tot stand gekomen tussen 1913 en 1931 naar ontwerp van de architect C. Franssen. Het gebouw vertoont traditionalistische en neo-romaanse vormen en is rond 1970 deels inwendig verbouwd als kloosterbejaardenoord.
Omschrijving
Het gebouw bestaat uit een drietal vleugels, opgetrokken uit machinale baksteen, afgedekt met zadel- en schilddaken. De vleugels hebben een souterrain en zijn in U-vorm rond een binnenhof gesitueerd. De oudste vleugel ligt haaks op de Volkelseweg, dateert uit 1913-1914 en telt boven het souterrain drie bouwlagen, afgedekt met donkerrode geglazuurde verbeterde Hollandse pannen. Midden op het dak een achthoekige dakruiter. De gevels zijn zeer eenvoudig gedetailleerd en worden afgesloten door een overstekende lijst op consoles. Hoekrisalieten met schilddaken, pirons en dakkapellen met frontons sluiten de vleugel aan weerszijden af.
De ruimten in het souterrain hebben stolpramen met kleine roedenverdeling, de overige ramen zijn houten kruisramen met beneden openslaande tweelichten en daarboven twee lichten met elk vier ruiten. Ze hebben natuurstenen dorpels en een afsluitende hanekam.
De vroegere entreepartij heeft een hoge trap met halfronde luifel op twee zuiltjes. Ernaast de eerste steen, gelegd op 21 april 1913. De hoekrisalieten hebben in de zijgevels eveneens portieken met trap. De portiek aan de wegzijde met geprofileerde luifel op bakstenen penanten fungeert thans als hoofdingang. De portiek aan de tuinzijde sluit aan op een tweelaags aanbouw onder tentdak met piron. Aan de hofzijde heeft de vleugel een uitgebouwd trappenhuis en een ca. 1950-1960 aangebouwde lifttoren.
In 1923-1924 is het hoofdgebouw aan de zijde van de Volkelseweg uitgebreid met een kapel en woonvleugel voor de zusters. Beide bouwdelen hebben een zadel- en schilddak, met geglazuurde verbeterde Hollandse pannen en pirons. De zustervleugel is identiek aan de hoekrisaliet van het oudste bouwdeel, de ertussen geplaatste kapel heeft een gevel met bakstenen lisenen met rondbogen, die hooggeplaatste rondboogramen omlijsten. Op het dak een achthoekige dakruiter. Aan de zijde van de binnenhof een plat afgedekte gang met souterrain en etage.
Aan de linkerzijde van de hoofdvleugel is in 1930-1931 een vleugel aangebouwd van twee bouwlagen boven een souterrain. Deze vleugel herhaalt de vormen van het bestaande gebouw, met enkele expressionistische elementen en wordt boven de geprofileerde goot afgesloten met een schilddak, gedekt met rode muldenpannen. De ramen zijn identiek aan die van het hoofdgebouw, terwijl de eetzaal en de gang aan de hofzijde zich onderscheiden door rijker ornament, respectievelijk rondboogramen. Het inwendige is door verscheidene verbouwingen gewijzigd, maar bevat nog een aantal oorspronkelijke elementen. Het gaat hier onder meer om de smeedijzeren trapleuning van de hoofdtrap, het Mariabeeld in dit trappenhuis, de pilasters met voetstuk en kapiteel in de conferentiezaal en het kruisgewelf in de vroegere entreehal. De kapel is een hoge, eenbeukige ruimte met lagere absis en lisenen en rondbogen in de zijmuren en wordt afgedekt met een cassettenplafond op muurstijlen en korbelen. De banken en de orgelgalerij dateren uit de bouwtijd, de glas-in-loodramen zijn rond 1950-1960 aangebracht door Luc van Hoek. De gangen bezitten deels nog de originele terrazzo vloeren met rode en zwarte banden. De meeste van de aan middengangen gesitueerde kamers hebben nog de oude paneeldeuren met bovenlichten bewaard. Op de derde verdieping van het zusterhuis, naast de kapel bevindt zich een oorspronkelijke slaapzaal met eenvoudige chambrettes. In de retraitevleugel een gang met gele bakstenen rondbogen.
Het huis is gelegen op een ruim perceel met tuinaanleg, wandelbos en oude lanen. Hiervan wordt alleen de uit breuksteen opgetrokken Lourdesgrot in de bescherming betrokken.
Waardering
Het retraitehuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van orden en congregaties in de vroege twintigste eeuw en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het retraitehuis annex congregatieklooster. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl, de ruimtelijke indeling en de ornamentiek en is tevens van belang als voorbeeld van het werk van de architect Franssen. Het heeft ensemblewaarden vanwege de samenhang van klooster en tuin. Het is een zeldzaam voorbeeld van een katholiek retraitehuis.
MIP omschrijving
- Bouwperiode: 1913 tot: 1914
- Gevels en materialen: Drielaags baksteen.
- Vensters en deuren: Kruisramen deels met kleine roedenverdeling. Kapel met rondboogramen in nissen. Twee dakruiters met koepel.
- Dak en bedekking: Schild- en zadeldaken met geglazuurde verbeterde Hollandse pannen.
Bijzonderheden
U-vormig complex met hoofdgebouw met twee hoekpaviljoens. Hoog souterrain. Aan de achterzijde links tweelaags aanbouw. Aan de wegzijde latere vleugel (1925) met eenbeukige kapel en hoekpaviljoen.