Handelingen

Vlissingen, Badhuisstraat 186 - Ophir

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Ophir
Genootschap: Ver. van Vrijzinnig Hervormden in Ned.
Provincie: Zeeland
Gemeente: Vlissingen
Plaats: Vlissingen
Adres: Badhuisstraat 186
Postcode: 4381LS
Jaar ingebruikname:
Architect:
Huidige bestemming: buiten gebruik
Monument status: Rijksmonument 508766

Geschiedenis

Monumentale villa uit 1909. Ook in gebruik geweest door de Remonstrantse Broederschap. Buiten gebruik voor kerkelijke vieringen, nu kerkdiensten in De Open Hof. De villa wordt verhuurd als vakantieverblijf.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Grote, vrijstaande villa, genaamd 'De Ophir'; omstreeks 1909 in de directe nabijheid van het badstrand, in een versteende Chalet-stijl gebouwd voor een toenmalig directeur van de scheepswerf 'De Schelde'.

Omschrijving

Villa op onregelmatige plattegrond, bestaande uit een begane grond, een verdieping en een hoge kap. Het pand is gedeeltelijk onderkelderd.

De gevels zijn opgetrokken uit rode machinale baksteen in kruisverband en afgesloten door een ver uitkragende houten gootconstructie op geprofileerde houten consoles. De voorgevel is aan de rechterzijde voorzien van een risaliet met topgevel, de geveltop hiervan kraagt uit op houten consoles en is voorzien van houten vakwerk waarin zolderramen zijn opgenomen; op de begane grond is het raamkozijn als gebogen erker uitgevoerd. Links aansluitend op de risaliet bevindt zich een erker-achtige kozijnpartij waarop een balkon met houten balustrade is aangebracht. In de linker voorgevelhoek bevindt zich de entreepartij, opgenomen in een hoekloggia welke is geaccentueerd door witte latei- en kolomconstructies.

De entree zelf is uitgevoerd als houten pui met zij- en bovenlichten en een brede twee-paneels deur. Op de verdieping zijn twee- en drielichtkozijnen met glas-in-lood bovenlichten geplaatst. De rechter zijgevel bezit een gemetselde erker met daarop een balkon overkapt door een schilddak op houten kolommen. Rechts naast het balkon bevindt zich een loggia op de verdieping, geaccentueerd door een witte latei- en kolomconstructie.

Overigens samengestelde kozijnen met glas-in-lood bovenlichten. Het beeld van de achtergevel wordt bepaald door het grote glas-in-lood raam van het trappenhuis, vermoedelijk betreft het hier niet meer de oorspronkelijke beglazing. Onder dit kozijn bevindt zich een kleine uitbouw onder een met pannen gedekt schilddakje. Rechts in de gevel, schuin boven elkaar geplaatst, twee forse raamkozijnen: het onderste van de keuken met roedeverdelingen in boven- en onderramen; het bovenste uitgevoerd als kruiskozijn. Evenals aan de voorgevel is een deel van de gevel, links aansluitend op het trappenhuis, risalerend uitgevoerd en voorzien van een drietal smalle vensters, een uitkragende topgevel met vakwerk en ramen. De linker zijgevel bezit op de begane grond aan de linker zijde een dienstingang in een uitbouw onder een schilddakje; voor het overige heeft deze gevel een gesloten karakter met slechts weinig, kleine ramen. Over het algemeen is het houtwerk van kozijnen, kolommen en vooral van consoles en lijsten van enige decoraties in de vorm van snijwerk voorzien.

In de gevel aan de Julianalaan bevindt zich een natuurstenen tableau metreliëf, voorstellend een vulkaan. Naast de entree een gedenkplaat voor de eerste steenlegging.

Het dak is uitgevoerd als schilddak met aankappingen en voorzien van iets lagere dwarskappen over de risalieten en een lager schilddak over het balkon aan de rechter zijgevel. Het dak is gedekt met gesmoorde hollandse pannen en voorzien van nokschoorstenen op de hoeken. Op het achterdakvlak bevindt zich een oorspronkelijke dakkapel. Een soortgelijke dakkapel bevond zich in oorsprong ook op het voordakvlak.

De indeling van het interieur is nog grotendeels origineel met uitzondering van de grote zaal op de begane grond waar zich in oorsprong kamers en suite bevonden met aansluitend erkerkamers. Van belang voor het karakter en waarde van het pand zijn onder meer de glas-in-lood puien in de entreehal; de centrale hal annex trappenhuis met betegelde hoekschouw en moer- en kinderbintenplafond, deuren naar de zaal voorzien van met facetten geslepen ruitjes en paneellambris; het balkenplafond in de grote zaal dat in bijpassende stijl is aangevuld na het verwijderen van tussenwanden.

Links van het trappenhuis bevinden zich de dienst- en nevenruimten zoalskeuken, toilet, dienstentree en garderobe. Achter het trappenhuis bevindt zich de toegang tot de stookkelder onder de hal. Links daarvan de voormalige kolenkelder. Op de verdieping is onder meer in het trappenhuis de plafondbalklaag met zwaar geprofileerde sleutelstukken van belang. De kamerdeuren zijn uitgevoerd met panelen en voorzien van geprofileerde kozijnlijsten. De kamers, drie aan de voorgevel en twee aan de achtergevel, zijn zeer sober uitgevoerd met onder meer eenvoudige marmeren schouwen. Een klein trappenhuis aan de linkergevel geeft toegang tot de zolderlaag waar diverse eenvoudige kamers zijn getimmerd.

Waardering

Villa van algemeen belang vanwege architectuurhistorische waarden als regionale vertegenwoordiger van deze rijke bouwtrant.

Afbeeldingen