Wittewierum, Kerkhorn 4 - Ned. Hervormde Kerk (1863 - 1977)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Ned. Hervormde Kerk |
Genootschap: | Ned. Hervormde Kerk |
Provincie: | Groningen |
Gemeente: | Groningen |
Plaats: | Wittewierum |
Adres: | Kerkhorn 4 |
Postcode: | |
Sonneveld-index: | 01379 |
Jaar ingebruikname: | 1863 |
Architect: | na te gaan |
Huidige bestemming: | cultureel centrum |
Monument status: | Rijksmonument 353775 |
Geschiedenis
Neogotische kerk met dakruiter. Belangrijk, vrij zeldzaam voorbeeld van een negentiende-eeuwse wierdekerk in de provincie Groningen. Verving een oudere kerk (zie onder).
Het Praemonstratenser klooster Bloemhof is in 1213 gebouwd. In 1515 brandde het complex af, maar werd herbouwd. Bij elkaar zijn er op de huidige plek vier andere kerken gebouwd en weer verdwenen. De huidige voormalige Ned. Hervormde kerk dateert van 1863. De kerk had oorspronkelijk een dakruiter en aan de zijkanten van de voorgevel twee gietijzeren pinakels. Toren en pinakels verdwenen op 31 maart 1943 wegens een kapot gescheurde kabelballon welke zich over de kerk vouwde. In 1977 is de kerk overgenomen door de Stichting Oude Groninger Kerken. Deze restaureerde de kerk en gaf haar een culturele bestemming. Het torentje kwam terug en op 27 juni 2002 herplaatste de burgemeester de pinakels. Op 17 mei 2003 werd de gerestaureerde kerk overgedragen. (48-02/51-04)
Monumentomschrijving Rijksdienst
Ned. Herv. Kerk, wegens: 1e. Een middeleeuwse altaarsteen en een zerk met ruitversiering, afkomstig uit een grafkelder. 2e. Opzetstuk van een herenbank met wapen Renger-Polman. 3e Een 16e eeuwse en minstens zeven 17e eeuwse zerken. 4e. Twee wapenborden Rengers-Bentinck, eind 18e eeuw.
Karakteristiek op (beschermde) wierde gelegen en het vlekje Wittewierum markerend, op 13e-eeuwse fundamenten en met gebruikmaking van afkomend materiaal van een vroeg 17e-eeuwse opvolger, in zijn huidige vorm hoofdzakelijk in 1863 in een mengeling van neogotische en Waterstaatsstijl opgetrokken kerkgebouw, met wellicht eveneens 13e-eeuwse grafkelder, en waardevolle 16e-eeuwse en jongere interieuronderdelen; kerk en aangrenzend kerkhof aardig begroeid en, gezien de ouderdom van enkele zerken wellicht sinds de 18e eeuw als zodanig in gebruik zijnd kerkhof zijn beide gelegen op de van omstreeks het begin van onze jaartelling daterende als archeologisch monument beschermde wierde van Wittewierum, ter plaatse van de in 1238 begonnen kerk van de Praemonstratenser abdij Bloemhof; restanten daarvan en van een vroeg-17e-eeuwse opvolgster zijn in en onder het huidige kerkgebouw mogelijk nog bewaard.
Het rechthoekige zaalgebouw uit 1863 is, op 13e-eeuwse fundamenten, hoofdzakelijk opgetrokken uit een rode baksteen, waarbij voor het thans van een blokbepleistering voorziene gedeelte onder de vensters (geheel of gedeeltelijk ?) gebruik is gemaakt van ouder materiaal (van de vroeg-17e-eeuwse voorganger ?); het gebouw wordt gedekt door een met blauwe pannen belegd driezijdig schilddak met pinakeltje aan de achterzijde; (Het opengewerkte houten torentje met siersmeedwerk aan de voorzijde is in de jaren 1940-1945 verloren gegaan). De aan beide zijden met een geblokte hoekpilaster afgezette voorgevel - waarvan de smeedijzeren torentjes eveneens in '40-'45 verloren gingen - heeft boven en te weerszijden van de in een blokbepleisterde middenrisaliet met verzonken velden gevatte ingang met bovenlicht met gietijzeren tracering, een respectievelijk twee spitsboogvensters met dito tracering, eenvoudig geprofileerd getrokken lijstwerk van cementpleister rond deur, vensters en ter afdekking van muurwerk van de voorgevel; waterlijsten; verzonken velden in de blokbepleistering; boven de deur stichtingssteen met het opschrift: GEBOUWD 1863. Kerkvoogden, J.O. ALKEMA, J.F. EISSES, H.G. TUINENGA. Predikant, J. de RAADT.OFFERHAUS.
De beide zijgevels zijn eveneens tot ter hoogte van de vensters van een blokbepleistering voorzien, hebben zes door gemetselde lisenen van elkaar gescheiden spitsboogvensters, waarvan een blind en vijf met gietijzeren tracering; de achtergevel is zonder lisenen maar met twee dito vensters; onderlangs de dakrand een geschulpt houten lijstje met ter hoogte van de staafankers omgekeerde houten obeliskjes.
Het interieur wordt overdekt door een gedrukt gepleisterd tongewelf met gietijzeren roosters, dat rust op een uitkragende geprofileerde stuclijst; de wanden zijn eveneens gepleisterd en verlevendigd door een eenvoudig pleisterprofiel rond de vensters; boven en aan weerszijden van de in een eenvoudige maar verzorgde midden-19e-eeuwse klassicistisch aandoende houten omlijsting met opschrift JES: 2 VERS 3 gevatte ingang zijn respectievelijk een gepleisterd driepasmotief en een blindnis aangebracht.
In het met grijze hardsteen en historische zerken geplaveide interieur met even verhoogd koor zijn van belang:
- De ter hoogte van het koor gelegen wellicht nog 13e-eeuwse of oudere grafkelder met graatgewelf en zwartgrijze plavuizen, voor het geslacht Rengers.
- Verschillende 16e-, 17e- en 18e-eeuwse grafzerken, eveneens van het geslacht Rengers.
- Een goed gesneden eikenhouten dekstuk van een bank (XVIId) met het wapen Rengers-Polman, getorst door twee griffioenen.
- Het voor het overige sobere, maar verzorgd vormgegeven midden 19e-eeuwse meubilair, bestaande in een preekstoel met klankbord, twee herenbanken en twee rijen kerkbanken versierd met een enkel neogotisch detail of met bescheiden lofwerk, en genoemde klassicistisch aandoende deuromlijsting.
- Op het op de beschermde wierde gelegen, wellicht sinds de 18e eeuw in gebruik zijnde kerkhof liggen en staan een kleine zeventig ten dele moeilijk leesbare zerken; enkele 18e-eeuws, doch het merendeel 19e- en vroeg-20e-eeuws, van een bescheiden tot een meer uitgewerkte vormgeving, en soms afgezet met een eenvoudig gietijzeren hekwerkje.
- Karakteristiek op beschermde wierde van omstreeks onze jaartelling gelegen, en ten dele nog gefundeerd op en opgetrokken uit restanten van oudere voorgangers, in zijn huidige vorm hoofdzakelijk uit 1863 daterend, doch in aanleg 13e-eeuws kerkgebouw in de trant van de neogotiek en de Waterstaatsstijl, met aangrenzend het wellicht sinds de 18e eeuw in gebruik zijnde aardig begroeide kerkhof met 18e-eeuwse en jongere grafzerken, van algemeen belang wegens de aanwezigheid van oude fundamenten en hergebruikte materialen die herinneren aan de in 1238 begonnen kerk van de Praemonstratenser abdij Bloemhof en een vroeg 17e-eeuwse opvolgster;
- De waardevolle interieur-onderdelen, bestaande uit een wellicht nog 13e-eeuwse grafkelder en verschillende 16e-eeuwse en jongere grafzerken in de kerk voor het geslacht Rengers;
- Een goed gesneden bewaard gebleven dekstuk uit XVIId van de Rengers-Polmanbank.
- Het overige eenvoudige 19e-eeuwse bij het huidige gebouw uit 1863 behorende kerkmeubilair.
- De relatie met het in de bescherming begrepen kerkhof dat is gelegen op de reeds als archeologisch monument beschermde wierde uit het begin van onze jaartelling en de karakteristieke en het vlekje Wittewierum markerende ligging daarop.
Het in aanleg wellicht sinds de 18e eeuws kerkhof met aardige begroeiing is van algemeen belang wegens:
- De historische relatie met het huidige kerkgebouw, en met voorgangers daarvan.
- De aanwezigheid van een kleine zeventig 18e-, 19e- en vroeg-20e-eeuwse zerken van een eenvoudige maar verzorgde vormgeving, die de herinnering aan vroegere ingezetenen van Wittewierum levend houden.
- De ligging op de reeds als archeologisch monument beschermde wierde uit het begin van onze jaartelling.
Externe links
- Kerk op site Stichting Oude Groninger Kerken
- De kerk op Wikipedia
- Meer afbeeldingen op WikiMedia
- Wikidata Q2710574