Handelingen

Zwolle, Grote Markt 18 - Grote of Sint Michaëlskerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Grote- of Michaëlskerk
Genootschap: geen; voorheen PKN Ned. Hervormd
Provincie: Overijssel
Gemeente: Zwolle
Plaats: Zwolle
Adres: Grote Markt 18
Postcode: 8011LV
Sonneveld-index: 10734
Jaar ingebruikname: 15e eeuw
Architect:
Huidige bestemming: Academiehuis Grote Kerk
Monument status: Rijksmonument 41666
Noordzijde. Foto: A. Roks 2005
Noorder portaal. Foto: A, Roks 2005

Geschiedenis

De Grote of St. Michaëlskerk is tussen 1356 (?) en 1452 gebouwd. Op de plaats waar de kerk staat heeft waarschijnlijk een klein houten kerkje gestaan, gebouwd rond het jaar 785 De kerk is gewijd aan de aartsengel Michaël, de schutspatroon van de stad Zwolle. Uit een oorkonde uit 1040 blijkt dat de bisschop Bernold van Utrecht (1027-1054) de Zwolse Sint-Michaëlskerk aan het Lebuinuskapittel in Deventer schonk. In 1324 werd de stad belegerd en in brand gestoken, waarbij ook het kerkje verloren ging. Er zijn nog enkele overblijfsels van de romaanse stenen kerk. Zo is er een restant van een halfrond rode zandstenen boogveld. Dit restant is nu ingemetseld in een der koormuren van de huidige kerk. Bij de restauratie in 2020-21 is ondergronds bij de scheiding van het noorderkoor en het hoofdkoor een deel van een tufstenen muur ontdekt. Het zou kunnen zijn dat die deel was van de romaanse kerk De kerk is van baksteen gebouwd, in de gotische bouwstijl. Ze is driebeukig en een van de weinige overgebleven hallenkerken in Nederland. Kenmerk van een hallenkerk is dat de zijbeuken dezelfde hoogte en afmetingen hebben als het middenschip. De baksteen is aan de binnenkant gepleisterd en buiten bekleed met natuursteen. Dat in de 15e eeuw een zo grote kerk gebouwd werd in Zwolle hing samen met het feit dat de 14e en 15e eeuw een bloeiperiode van Zwolle waren. In het middelste koor bevond zich het hoogaltaar, gewijd aan St. Michaël. In het koor aan de noordzijde was het altaar gewijd aan Onze Lieve Vrouwe en het altaar in het koor aan de zuidzijde aan St. Pieter. Van de ooit aangebrachte fresco’s op de muren zijn nog enkele details bewaard gebleven.

De bouw van de toren is begonnen in 1406 en duurde tot 1443. De 113,5 meter hoge toren, hoger dan die van de Dom van Utrecht, bevatte indertijd een carillon met 3 luidklokken, gegoten in 1494. De klokken hadden de namen: Martinus, Salvator en Michaël. De toren werd tot driemaal toe door bliksem getroffen, de eerste keer in 1548, de laatste keer in 1669. Tijdens een zware storm in 1682 stortte het restant van de toren in, de westelijke muur, een deel van het schip, en een deel van het orgel werden meegesleept. De kerk werd twee traveeën korter. Aan de rooilijn aan de kant van de Luttekestraat is dit nog duidelijk te zien, restanten van de fundamenten van de toren zijn bij graafwerkzaamheden gevonden. In de 15e eeuw was de hoofdingang aan het Grote Kerkplein, de kant van het stedelijk bestuurscentrum. Omstreeks 1500 werd een nieuw hoofdportaal aan de noordzijde van de kerk gebouwd. Daarmee werd de kerk meer gericht op het nieuwe centrum van de stad: de Grote Markt. Op dit noordportaal is in 1890 een groot houten beeld met loden kern, van de aartsengel Michael geplaatst. In 1931 is het houten beeld vervangen door een beeld van gedreven koper.

In 1580 kwam de Zwolle aan de kant te staan van de Opstand (Tachtigjarige Oorlog) tegen Filips II. Alle Rooms-katholieke gebouwen (kloosters, kerken) kwamen in bezit van het stadsbestuur. De St. Michaëlskerk werd nu een protestantse kerk. Typisch Rooms-katholieke elementen werden verwijderd. Tussen 1617 en 1622 verdween de oorspronkelijke oost-west gerichtheid van de kerk, gericht op de altaren aan de oostkant. De nieuwe preekstoel werd nu het centrum van de kerk, in het middenschip; en daarmee kenmerkend protestants van inrichting. In het Rampjaar in 1672 werd Zwolle door de Franse, Munsterse en Keulse troepen bezet. De kerk kwam weer in Rooms-katholieke handen. Dankzij pastoor Arnold Waeijer bleef het eikenhouten koorhek met het prachtige snijwerk en de koperen stijlen gespaard. In 1674 werd de kerk weer bezit van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente die vanaf de 19e eeuw Hervormde Gemeente genoemd werd. In 1686 stortte de toren van de Grote Kerk in en vernietigde het orgel uit 1505/1641. Dit was in 1505 gebouwd door Jan van Covelen. Na de restauratie van de kerk, waarbij geen nieuwe toren meer werd gebouwd, werd in 1710 besloten een nieuw orgel te laten maken.

In de jaren 1882-1896 werd de hele kerk gerestaureerd door de Zwolse architect F.C. Koch onder supervisie van P.J.H. Cuypers en L.C. Hezenmans. Toen werden de gietijzeren vensters vervangen door glas-in-loodramen. De gewelven en het interieur werden beschilderd.

De kerk bleef wijkkerk van de Hervormde Gemeente Zwolle tot 2015. De wijkgemeente met de Gereformeerde Bondssignatuur had hier tussen 1998 en 2015 haar onderkomen. De kerk was niet alleen wijkkerk: vanaf 2002 worden hier zondagmiddagvieringen gehouden onder verantwoordelijkheid van de Protestantse Gemeente Zwolle (rechtsopvolger van de Hervormde Gemeente). Deze ‘Michaëlsvieringen’ worden gekenmerkt door het belang van kerkmuziek in de liturgie en de hoogwaardige kwaliteit van de kerkmuziek en de liturgie. Het is de opzet dat ze een vernieuwend en verbindend karakter hebben waardoor ze aantrekkelijk zijn voor jonge mensen en kerk-grensoverschrijdend.

Vanaf 2016 wordt de kerk beheerd door de Stichting Academiehuis Grote die in 2019 eigenaar van het gebouw werd. Stichting Academiehuis Grote Kerk zet het gebouw als een ontmoetingsplaats voor alle burgers; het grootste overdekte plein van de stad. Dit doet ze door zich te richten op 3 pijlers: de Muziek, de Kunst en de Rede/het Woord; welke alle drie zijn te ontdekken in het Academiehuis. Sinds 2021 heeft Academiehuis Grote Kerk Zwolle ook een museale status door zich te verbinden als één van de ‘zalen’ van Het Grootste Museum van Nederland.

Tussen 2018 en 2025 wordt de kerk opnieuw gerestaureerd, van binnen en van buiten. In mei 2019 is het portaal aan de zuidkant van de Sint Michaëlskerk in Zwolle doorgebroken. In beide portalen zijn glazen deuren geplaatst waardoor ook van buiten de noord-zuid- zichtlijn te zien is. De restauratie heeft ook als doel dat het gebouw de functie kan vervullen die de Stichting Academiehuis Grote Kerk beoogt. Ook het Schnitgerorgel wordt gerestaureerd. Deze restauratie zal eind 2025 volledig voltooid zijn.

220711 plattegrond Academiehuis Grote Kerk 3-001.jpg

Interieur

De preekstoel, het Schnitgerorgel, het koorhek en de Consistorie zijn de fraaiste monumenten van deze kerk.

De Grafkapel

Voor de reformatie (1580) was de voormalige H. Grafkapel in de Grote- of Michaëlskerk de plaats waar een overledene werd opgebaard. Het is de ruimte achter in het Sint Pieterskoor, rechts van het hoofdkoor. In deze H. Grafkapel was door de beroemde beeldhouwer meester Arend (Arnt) van Calkar een gebeeldhouwd Heilig Graf gebouwd, zoals ook in Kalkar (D.). De Grafkapel heeft een soort lantaarn, die in de middeleeuwen ontstoken werd als wake op de avond voor de begrafenis bij het stoffelijk overschot, dat in de kapel opgebaard stond. Die lantaarn is ook aan de buitenkant van de kerk te zien als een uitstekend glas-in-loodraam.

De Leprozenkapel

Aan de zijde van het Grote Kerkplein is de leprozenkapel vanwaar de melaatsen achter een tralieraam toch de mis konden volgen bij het hoogaltaar.

Koorhek

Het koorhek dateert uit 1597 en werd in opdracht van de gilden gemaakt door Sweer Kistemaker. In die tijd was de kerk al in protestantse handen. Het hek bevat ook anti-rooms-katholieke verwijzingen: de gebeeldhouwde ‘halve manen’ staan in verband met de toen bestaande uitdrukking in de Republiek: ‘Liever Turks dan paaps’. Het hek is verdeeld in zeven gelijke vlakken, waarvan drie dichte, geloogde houten vlakken en vier open waarin koperen zuiltjes geplaatst zijn. Op het middelste houten vlak staat het Onze Vader, op de anderen, aan weerskanten, de tien geboden.

Preekstoel

De preekstoel is gebouwd van 1617 tot 1622 door Adam Straes van Weilburg. Hij werkte er vijf jaar aan, zoals te zien is aan de jaartallen op de traptreden. Op de bovenste schreef hij: "so la ich ha gew."(zolang heb ik gewerkt). De kansel is met rijk houtsnijwerk versierd. Het motief van de versiering is ontleend aan Johannes 15: "Ik ben de ware Wijnstok". Onderaan schreef Straes ook hekeldichten op zijn opdrachtgevers.

Schnitgerorgel en kistorgel

Nadat in 1686 het orgel was vernietigd door de instorting van de toren, werd in 1710 besloten een nieuw orgel te laten bouwen. In 1718 ging de opdracht naar Arp Schnitger, die zijn orgelmakerij naar Zwolle verplaatste. Hij begon aan het werk, samen met zijn zoons Franz Casper en Johan Georg. Het moest een drieklaviers orgel worden met vrij pedaal en 46 stemmen. In 1719 overleed Schnitger, en zijn zoon Franz nam de leiding in het bedrijf over. Hij stelde voor om het orgel uit te voeren met een vierde manuaal in de vorm van een borstwerk. De overheid ging akkoord, en zo werd in 1721 een orgel opgeleverd met 63 stemmen, verdeeld over vier klavieren en pedaal. De kast is een ontwerp van Jurriaan Westerman. Het instrument werd op 30 september 1721 overgedragen Het onderhoud van het orgel was in handen van F.C. Schnitger, daarna van Hinsz, en daarna weer van F.C. Schnitger jr. Na de dood van deze laatste raakte het orgel 'uit de familie' (1799). A. van Gruizen voerde enkele kleine veranderingen door in 1790 en 1816. Maar de eerste grote verbouwing vond plaats in 1837. Petrus van Oeckelen vernieuwde toen de blaasinrichting, maar verving ook twaalf registers door andere. J.C. Scheuer verving de Vox Humana 8' in 1853. Zijn opvolger J. van Loo wijzigde weer enkele stemmen in 1867. Hij intoneerde het orgel ook opnieuw. Van Oeckelen werkte weer aan het instrument in 1883, en verving een tiental stemmen, waaronder de meeste tongwerken. Hij schoof alle labialen een halve toon op, en maakte nieuwe pijpen voor de C. Een laatste ingreep werd gedaan door P. van Dam in 1925. Het rugwerk werd in een zwelkast geplaatst, en er werden twee romantische stemmen bijgeplaatst. Het had niet veel gescheeld of er was een elektrische speeltafel geplaatst in de jaren dertig. In 1950 werd besloten om het orgel zeer grondig te restaureren, en de dispositie van Schnitger zoveel mogelijk te herstellen. De opdracht werd gegeven aan D.A. Filantropie. Deze gebruikte al het Schnitger-pijpwerk. Alleen de Viola 8' bleef over van het latere werk (1837, Van Oeckelen). De ontbrekende registers werden nieuw gemaakt aan de hand van mensuurtabellen en vergelijkingen met andere Schnitger-orgels. In 1956 was de restauratie gereed, die vier jaar had geduurd. In 1988 is het orgel grondig schoongemaakt, en zijn alle tongwerken herzien en opnieuw geïntoneerd. In 2013 zijn de balgen gerestaureerd door de firma Flentrop. Deze werkzaamheden waren in september 2013 afgerond. De originele trapinstallatie is ook in functie hersteld. Op 8 september 2018 is het startsein gegeven voor een grote restauratie van het orgel door de firma Flentrop. Doelstelling is het orgel zowel in- als uitwending terug te brengen naar de oorspronkelijke staat. De staat van het instrument is onderzocht. In 2014 heeft adviseur Cees van der Poel de resultaten van zijn onderzoek aan de gemeente Zwolle overhandigd. Het binnenwerk is in 2018 gedemonteerd. De restauratie is gestart in april 2022. De huidige planning is dat het rugpositief in 2024 weer kan worden bespeeld, en het gehele orgel in 2025.

In 2009 is een kistorgel in gebruik genomen, gebouwd door de firma Henk Klop uit Garderen. Het kistorgel is zo gemaakt dat het met twee stemmingen kan spelen en daardoor met het grote orgel mee.

Fresco’s

De gewelven zijn voorzien van fresco’s.

Consistorie

Na het instorten van de toren in 1682 werd in 1686-1688 op die plaats de barokke achthoekige consistoriekamer aangebouwd door Berend Tigler, Hermannus van den Berg en Hermannus van Arnhem. Typerend voor de stijl uit die tijd is het plafond. In het midden van het stuc plafond is een adelaar, symbool van zorgzaamheid, met gespreide vleugels en het stadwapen op de borst. . Hij draagt de vergulde houten kaarsenkroon uit 1724, naar een ontwerp van de Franse bouwmeester Daniël Marôt. Het schilderij boven de schoorsteenmantel, in 1691gemaakt door Hendrik den Oever, stelt de vijf predikanten en de koster uit die tijd voor. Boven de deuren zijn de namen van alle predikanten opgenomen van de (Nederduits Gereformeerde en later) Hervormde Gemeente Zwolle vanaf 1580. In 2017 is de consistoriekamer helemaal gerestaureerd en opnieuw geschilderd in de originele kleuren. Dat was mogelijk dankzij een subsidie van het Zwolse Vrouwenhuis.

Geloofssymbolen in de kerk

In de middeleeuwen kon lang niet iedereen lezen. Voor gelovigen was daarom een beeldcultuur van belang. In de kerk zijn meerdere voorbeelden te zien van zulke beelden. In het noorderportaal is een timpaan uit de 2e helft van de 15e eeuw, gemaakt door Arnt van Calkar. Centraal staat St. Michaël, de beschermheilige van de stad Zwolle. Onderaan wordt het Zwolse wapenschild gedragen door twee engelen. In de top van het timpaan is St. Michaël die met een lans de draak doodt. In de noordmuur is een epitaaf (memoriesteen) uit 1584 ter nagedachtenis van Cornelys Jan Meckeren. Hierop draagt een kreeft de wereldbol (de bol zelf is er niet meer). De Latijnse tekst eronder betekent Gij verwondert u erover dat de wereld op de rug van een kreeft staat. Houd op! Zo wordt heden de weg der wereld omgekeerd. Er zijn enkele fragmenten bewaard gebleven van fresco’s uit de 15 eeuw, van Meester Joan van de Mynnesten. Op de pijler achter de preekstoel wordt de kruisiging van Christus afgebeeld. Aan de voet van het kruis ligt een schedel, een verwijzing naar Golgotha (=Schedelplaats).

  • (bron: Bert Dijkink in Zwolle Monumenten Magazine 2016)

Het ‘St. Michaëlsklokje’

Na de instorting van de toren en daarmee het verdwijnen van de klok kreeg in 1683 uurwerkmaker Willem Bramer d'Oude opdracht een horloge te maken. Dit klokje werd op het koorhek geplaatst om zo de tijdsduur van de preek te limiteren. Voor overschrijding van de tijdsduur van een preek was namelijk een boete ingesteld van 1 ducaton (zilvermunt). In 1806 verviel deze boetebepaling. Op de klok staat een beeldje van St. Michaël die de draak bestrijdt. In zijn rechterhand draagt St. Michael een zwaard en zijn wapenschild, azuur met een zilveren kruis. Door het opheffen van de rechterarm en met het gevest van zijn zwaard tegen de bel te slaan geeft hij het hele uur aan. Deze bel is een van de oudste monumenten van de kerk en dateert uit 1485. Het verhaal gaat dat om de boete te ontlopen, het slagwerk van het klokje tijdens de dienst expres stilgezet werd. Omstreeks 1880 verdween het klokje helemaal, het bleek niet meer te repareren. Pas in 1900 kreeg het klokje een nieuwe plaats en werd er door de firma Smid te Zwolle een nieuw uurwerk met een Grahamgang geleverd. Dit uurwerk is te vinden in een nis in de muur, links naast het koorhek. Onder het klokje bevindt zich een mooi eikenhouten gebeeldhouwd deurtje dat toegang geeft tot het uurwerk. Gewoonlijk wordt tijdens de kerkdienst het slagwerk geblokkeerd om de preek en de liturgie niet te storen.

De Latijnse bank

De kerkgangers zaten niet op stoelen tijdens de dienst, maar stonden, namen zelf bankjes mee of zaten op de grond. Rechts van het orgel, langs de noordmuur, staat de Latijnse bank, uit de 17e eeuw, speciaal bestemd voor leerlingen van de Latijnse school. Vroeger stond deze bank in het koor, daar waar de leerlingen moesten zingen. De Latijnse School had in de tijd van Joan Cele (de 14e eeuw) zo'n achthonderd tot duizend leerlingen. De enige Nederlandse paus, Paus Adrianus VI, gewijd in 1522, was leerling van deze Latijnse School. Ook vroeger, vooral in de 19e en 20e eeuw, werd er in de banken gekrast.

Gekleurd raam van St. Michaël

Bij de deelrestauratie in 1994 heeft de gemeentebestuur van Zwolle het Michaëlraam geschonken dat in het hoogkoor is geplaatst. Het raam is ontworpen door Huub Kurvers uit Deventer. Het beeldt Michaël af als ridder. In de drie schilden boven hem staan links de Zwolse vlag, midden een tweekoppige adelaar met daarboven een keizerskroon en rechts de vlag van Deventer.

Graven

Aanvankelijk werd het gewone volk binnen de kerk begraven, later buiten. De gegoede burgerij behield het recht in de kerk begraven te worden. Veel bekende namen kan men op de grafzerken vinden. De oudste graven zijn uit 1425 en 1584. Tot 1827 zijn kerk en Grote Kerkplein als begraafplaats blijven dienen. Tussen 1452 en 1827 zijn meer dan 700 mensen in de kerk begraven. Bij de restauratie van 1882-1896 zijn graven geruimd. Daarna zijn de grafstenen niet teruggezet op hun oorspronkelijke plek. De steen met de naam van de beroemde schilder Gerard Ter Borch is toen bij de noordmuur van het koor gelegd. Bij de restauratie van rond 2020 zijn losse delen van grafstenen weer bij elkaar gelegd. De grafkelder die in februari 2020 in het middenschip van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle is ontdekt, dateert volgens stadsarcheoloog Michael Klomp van het begin van de achttiende eeuw. De kelder, die was bedekt met twee zerken met uitgesleten wapens, werd aangetroffen bij de aanleg van een nieuwe vloer. Er zijn acht personen uit de lokale adel in bijgezet. Volgens archiefstukken was de grafkelder in 1722 eigendom van de familie Schaap tot Windesheim, bewoners van landgoed Windesheim bij Zwolle. In 1786 werd deze gekocht door douairière Sloet, geboren Van Heeckeren.(Bron: Contactbrief)

Onder en op het dak

In het Noorderportaal is aan de linkerkant een deurtje uit de vijftiende eeuw. Dit deurtje heeft gediend als voorbeeld voor de deuren van de hoofdingang en geeft toegang tot het traptorentje met speklagen tussen het metselwerk. De stenen trap voert naar de gewelven van de kerk. Daar zijn de bovenkanten van de gemetselde gewelven te zien en de houten dakconstructie. Doordat de kerk een hallenkerk is kun je op het dak tussen de schuine daken van de drie beuken lopen

Exterieur

Gevelsteen oostzijde koor

In de buitenmuur van het koor van de Grote of Sint-Michaëlkerk langs de Korte Ademhalingssteeg is een opvallend reliëf van rode zandsteen ingemetseld. De vorm en de tekst op de steen duiden op de oorspronkelijke plaatsing van de steen in een boogveld boven de ingang van de kerk. Het gaat hoogstwaarschijnlijk om de in Romaanse stijl opgetrokken voorganger van de huidige gotische kerk. Bij de bouw van de huidige kerk tussen 1356-1452 was het oude reliëf nog dusdanig betekenisvol voor de Zwolse gelovigen, dat het een prominente plaats in de buitenmuur van de nieuwe kerk kreeg. De voorstelling op de steen bestaat uit een man met een baard die zijn beide handen opgeheven houdt. Op de voorgrond staan drie kleinere figuren. Lange tijd werd geloofd dat de hoofdfiguur de bouwmeester van de kerk voorstelt, die wegens geldgebrek het werk op de aangegeven hoogte moest onderbreken. Het kroost van de bouwmeester was afgebeeld omdat deze had verklaard dat als hij verder moest bouwen, zijn familie van honger om zou komen. Volgens een slecht leesbare inscriptie gaat het in werkelijkheid om een afbeelding van de aartsvader Abraham, die zijn armen zegenend uitgestrekt houdt. De drie figuren op de voorgrond, met ieder een aureool, stellen hoogstwaarschijnlijk de aartsengelen Rafaël, Michaël en Gabriël voor. Langs de rand van de steen is een Latijnse tekst aangebracht die luidt: ‘praem(i) a f(e)rt vitae locus ut domus ista venite!’, wat zoveel betekent als ‘Een plaats als dit huis verschaft het loon des levens, komt!’ Het zegenende gebaar van de hoofdfiguur is eigenlijk alleen gebruikelijk bij afbeeldingen van God de Vader. De maker heeft mogelijk de beide figuren verwisseld. De voorstelling van de schoot van Abraham met daarin de zielen van drie gestorvenen gaat terug op de parabel van Jezus over de bedelaar Lazarus. Het symboliseert het paradijs, met een verwijzing naar het kerkgebouw als voorportaal voor de naar verlossing zoekende mens. Dit was in de 13e eeuw een populair thema.

  • (Bron: Folder Open Monumentendag Zwolle.)

Catechisatielokaal

Rechts van het Noorderportaal verrees in 1889, onder leiding van P.J.H. Cuypers en F.C. Koch, het huidige neogotische catechisatiegebouw. Het bevat ook enkele elementen in de Neo-Hollandse Renaissance. Op deze plaats stond vroeger Het Vleeshuis. Het pand is aan drie zijden ingesloten door de Grote Kerk en aanbouwen daarvan; alleen de voorgevel staat vrij. Het pand is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond in rode baksteen over een souterrain en één bouwlaag, onder een schilddak met leien in Rijndekking. De gevel is opgemetseld boven een zandstenen plint en verlevendigd door zandstenen sierbanden, aanzet- en sluitstenen en sierankers. De gevel telt vijf vensterassen. Boven de tweede en vierde vensteras een trapgeveltje. De trapgevels zijn voorzien van zandstenen dekstenen. Midden in het dakvlak aan de voorzijde is een dakkapel met luik onder een koperen schilddakje geplaatst.

De Grote Kerk aan de buitenkant

De Hoofdwacht en omgeving

Tegen de hoofdingang van de Grote Kerk is de Hoofdwacht aangebouwd. Vroeger was dit de zetel van de schout en zijn rakkers (politie). Dit gebouw is in 1614 door de Kamper bouwmeester Thomas Barends gebouwd, in Hollandse Renaissancestijl, voorzien van natuurstenen banden tussen het schoon metselwerk, de zgn. speklagen. Verder zijn er natuurstenen opstanden, een fraaie middenpartij en een balustrade, waaronder een aantal mannenkoppen te vinden zijn. Op een drietal blauwe velden staat in gouden letters en cijfers: -- ANNO - VILIGATE ET ORATE - 1614 -- hetgeen betekent: Wees waakzaam en bidt. Toen in 1967 de Hoofdwacht werd gerestaureerd, werden de letters en cijfers, die in de loop der eeuwen gemoderniseerd waren, op aanwijzing van Han Prins weer teruggebracht in de uit 1614 daterende vorm. Tijdens werkzaamheden rond 2017 zijn bijzondere fundamenten aangetroffen. Deze vondst is belangrijk voor de geschiedschrijving van de stad en met name voor de kennis over de Sint Michaëlskerk. Het team Monumentenzorg en Archeologie is, op basis van tot nu toe bekende historische gegevens, van mening dat de fundamenten onderdeel zijn geweest van een in 1614 gesloopte sacristie. Deze kan overwelfd zijn geweest en bestaan hebben uit meerdere verdiepingen. De Hoofdwacht is op dit moment een horecagelegenheid.

Stadspomp

Naast de Hoofdwacht staat een hardstenen stadspomp uit het midden van de 18e eeuw. De bronzen uitlaten hebben de vorm van dolfijnenkoppen.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Driebeukige hallenkerk met stenen overwelving, ter plaatse van een oudere kerk, begonnen 2e helft 14e eeuw en eerst na het midden van de 15e eeuw voltooid. Ter plaatse thans verhoogde achtzijdige consistoriekamer. 1882-1896 grote restauratie. Aan de noordzijde portaal uit begin 16e eeuw van baksteen en Bentheimersteen. Inwendig: Koorhek, 1597, in Vredeman de Vries-trant, door Sweer Kistemaker; preekstoel, 1617-'22 Adam Straes uit Weilburg; orgel 1719-'21 door J.C. en F.C. Schnitger kas van Jurriaan Westerman; consistoriekamer met interieur van 1688 en schilderij van de Zwolse predikanten 1691 door Hendrik ten Oever; verguld houten kaarsenkroon XVIId. Fragmenten van muurschilderingen en gewelfschilderingen uit de 15e eeuw. Orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk, Borstwerk, Rugwerk en Pedaal, 1721 gemaakt door J.C. en F.C. Schnitger. De orgelkas is van Jurriaan Westerman.

Waardering

Het catechisatiegebouw is van algemeen cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang vanwege:

  • de functionele relatie met de Grote Kerk
  • de neogotische bouwstijl met elementen uit de Neo-Hollandse Renaissance
  • de plaats die het gebouw inneemt in het complexe geheel van de Grote Kerk
  • de beeldbepalende ligging aan de markt in het beschermd stadsgezicht van Zwolle

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur

Bronnen

  • Ach Lieve tijd, 750 jaar Zwolsen, Zwollenaren en hun …., deel 16, Zwolle, 1980-1982
  • Contactbrieven Stichting Academiehuis Grote Kerk
  • Zwols Historisch Tijdschrift,2021 nummer 1: Michiel Klomp, De Romaanse voorganger van de huidige St. Michaëlskerk, in:
    • Missie en visie en strategie Academiehuis Grote Kerk Zwolle, maart 2021
  • ONTDEK DE GROTE KERK ZWOLLE, een wandeling langs de hoogtepunten, Stichting Grote Kerk (2017?)
  • Reformatorisch Dagblad 6 oktober 2014
  • Tijdschrift Monumenten nr.5-2009, 2011, 2012, 2016
  • Reformatorisch Dagblad, 9 juli 2013: De firma Flentrop uit Zaandam gaat acht van de twaalf blaasbalgen van het beroemde Schnitgerorgel in de Michaëlskerk in Zwolle restaureren.
  • ((Volledig bericht)
  • Reformatorisch Dagblad, 6 oktober 2014: Het Schnitgerorgel in de Grote Kerk van Zwolle is klaar voor restauratie. Donderdag 2 oktober 2014 heeft adviseur Cees van der Poel de resultaten van zijn onderzoek naar de staat van het instrument aan de gemeente Zwolle overhandigd.