Ede, Grotestraat 58 - Oude Kerk: verschil tussen versies
Uit Reliwiki
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 44: | Regel 44: | ||
:: | :: | ||
; Ned. Herv. Kerk. Rijzige, laat-gotische kruiskerk, gebouwd in de loop van de 15e en het begin van de 16e eeuw nadat in 1420 een romaanse voorgangster verbrand was. Het schip bezit alleen aan de zuidzijde een zijbeuk; van de noordelijke kwamen slechts de scheibogen tot uitvoering. Diep, 5/8 gesloten koor met aan de zuidzijde een sacristie. Tegen de oostmuur van het noordertransept een traptoren. Inwendig over koor en dwarsschip netgewelven op kolonetten. Schip en zijbeuk hebben kruisribgewelven, die echter uit 1643 dateren. De kerk is hersteld na een brand in 1635; een algehele restauratie is aangevangen in 1964. Tot de inventaris behoren o.a.: een eiken preekstoel en een doophek uit 1674, vier koperen kronen uit 1791, verscheidene zerken uit de 17e en 18e eeuw. De toren is een fors, met secundair verwerkte tufsteen bekleed bouwwerk, van drie geledingen, waarvan de bovenste twee in ieder gevelvlak twee slanke spitsboognissen met traceringen bezitten. In de 17e eeuw (V.L.) of in 1765 (jaartal in korbeel onder de spits) verkreeg de toren een merkwaardige afsluiting, bestaande uit een boogfries, waarboven een reeks spitsboognissen met vorktraceringen en , boven de waterlijst, een borstwering met blinde rondboognissen. Mechanisch torenuurwerk, is buiten gebruik gesteld. | |||
; Omschrijving | |||
Ned. Herv. Kerk. Rijzige, laat-gotische kruiskerk, gebouwd in de loop van de 15e en het begin van de 16e eeuw nadat in 1420 een romaanse voorgangster verbrand was. Het schip bezit alleen aan de zuidzijde een zijbeuk; van de noordelijke kwamen slechts de scheibogen tot uitvoering. Diep, 5/8 gesloten koor met aan de zuidzijde een sacristie. Tegen de oostmuur van het noordertransept een traptoren. Inwendig over koor en dwarsschip netgewelven op kolonetten. Schip en zijbeuk hebben kruisribgewelven, die echter uit 1643 dateren. De kerk is hersteld na een brand in 1635; een algehele restauratie is aangevangen in 1964. Tot de inventaris behoren o.a.: een eiken preekstoel en een doophek uit 1674, vier koperen kronen uit 1791, verscheidene zerken uit de 17e en 18e eeuw. De toren is een fors, met secundair verwerkte tufsteen bekleed bouwwerk, van drie geledingen, waarvan de bovenste twee in ieder gevelvlak twee slanke spitsboognissen met traceringen bezitten. In de 17e eeuw (V.L.) of in 1765 (jaartal in korbeel onder de spits) verkreeg de toren een merkwaardige afsluiting, bestaande uit een boogfries, waarboven een reeks spitsboognissen met vorktraceringen en , boven de waterlijst, een borstwering met blinde rondboognissen. Mechanisch torenuurwerk, is buiten gebruik gesteld. | |||
Regel 52: | Regel 55: | ||
== Gebouwomschrijving SKKN == | == Gebouwomschrijving SKKN == | ||
Het huidige kerkgebouw dateert voor het overgrote deel uit de vijftiende eeuw met overblijfselen in tufsteen van vermoedelijk een eenbeukig schip uit de twaalfde eeuw. De kerk was gewijd aan Johannes de Doper. Tegen het einde van de zestiende eeuw is het gebouw in hervormde handen overgegaan en gezuiverd van alles wat aan de rooms-katholieke eredienst herinnerde. Na een fatale brand in 1635 werd het interieur verwoest, waarbij ook o.a., de kansel verloren ging. Een nieuw gewelf kwam eerst een tiental jaren later gereed, nieuwe banken eerst dertig jaar en een kansel veertig jaar later. Van 1964 tot 1967 vond tenslotte een algehele restauratie plaats. | Het huidige kerkgebouw dateert voor het overgrote deel uit de vijftiende eeuw met overblijfselen in tufsteen van vermoedelijk een eenbeukig schip uit de twaalfde eeuw. De kerk was gewijd aan Johannes de Doper. Tegen het einde van de zestiende eeuw is het gebouw in hervormde handen overgegaan en gezuiverd van alles wat aan de rooms-katholieke eredienst herinnerde. Na een fatale brand in 1635 werd het interieur verwoest, waarbij ook o.a., de kansel verloren ging. Een nieuw gewelf kwam eerst een tiental jaren later gereed, nieuwe banken eerst dertig jaar en een kansel veertig jaar later. Van 1964 tot 1967 vond tenslotte een algehele restauratie plaats. | ||
Versie van 19 dec 2008 13:57
Algemene gegevens | |
---|---|
Genootschap : | PKN Ned Hervormd |
Gemeente : | Ede |
Plaats : | Ede |
Adres : | Grotestraat 58 |
Provincie : | Gelderland |
Jaar ingebruikname : | 15 e |
Huidige bestemming: | kerk |
Naam kerk : | Oude Kerk (Barbara) |
Architect : | |
Monument-status: | Rijksmonument |
- Geschiedenis
-
- Omschrijving
Ned. Herv. Kerk. Rijzige, laat-gotische kruiskerk, gebouwd in de loop van de 15e en het begin van de 16e eeuw nadat in 1420 een romaanse voorgangster verbrand was. Het schip bezit alleen aan de zuidzijde een zijbeuk; van de noordelijke kwamen slechts de scheibogen tot uitvoering. Diep, 5/8 gesloten koor met aan de zuidzijde een sacristie. Tegen de oostmuur van het noordertransept een traptoren. Inwendig over koor en dwarsschip netgewelven op kolonetten. Schip en zijbeuk hebben kruisribgewelven, die echter uit 1643 dateren. De kerk is hersteld na een brand in 1635; een algehele restauratie is aangevangen in 1964. Tot de inventaris behoren o.a.: een eiken preekstoel en een doophek uit 1674, vier koperen kronen uit 1791, verscheidene zerken uit de 17e en 18e eeuw. De toren is een fors, met secundair verwerkte tufsteen bekleed bouwwerk, van drie geledingen, waarvan de bovenste twee in ieder gevelvlak twee slanke spitsboognissen met traceringen bezitten. In de 17e eeuw (V.L.) of in 1765 (jaartal in korbeel onder de spits) verkreeg de toren een merkwaardige afsluiting, bestaande uit een boogfries, waarboven een reeks spitsboognissen met vorktraceringen en , boven de waterlijst, een borstwering met blinde rondboognissen. Mechanisch torenuurwerk, is buiten gebruik gesteld.
Gebouwomschrijving SKKN
Het huidige kerkgebouw dateert voor het overgrote deel uit de vijftiende eeuw met overblijfselen in tufsteen van vermoedelijk een eenbeukig schip uit de twaalfde eeuw. De kerk was gewijd aan Johannes de Doper. Tegen het einde van de zestiende eeuw is het gebouw in hervormde handen overgegaan en gezuiverd van alles wat aan de rooms-katholieke eredienst herinnerde. Na een fatale brand in 1635 werd het interieur verwoest, waarbij ook o.a., de kansel verloren ging. Een nieuw gewelf kwam eerst een tiental jaren later gereed, nieuwe banken eerst dertig jaar en een kansel veertig jaar later. Van 1964 tot 1967 vond tenslotte een algehele restauratie plaats.