Handelingen

Arnhem, Kerkplein 1 - Grote of Sint Eusebiuskerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Grote of Sint Eusebiuskerk
Genootschap: PKN Nederlands Hervormd
Provincie: Gelderland
Gemeente: Arnhem
Plaats: Arnhem
Adres: Kerkplein 1
Postcode: 6811EB
Sonneveld-index: 10935
Jaar ingebruikname: 16e eeuw
Architect:
Huidige bestemming: kerk en expositieruimte
Monument status: Rijksmonument 8336 (kerk); 8337 (toren)


Geschiedenis

plattegrond

Architectonisch zeer belangrijke, mooie historische stadskerk met hoge toren (93 m).

De bouw van de Eusebiuskerk, waartoe in 1450 werd besloten, heeft meer dan een eeuw in beslag genomen. Bij het gereedkomen van de grote kerk (78 meter lang en 29 meter breed) kreeg ze onder andere Sint Eusebius als naam ter herinnering aan een Romeins soldaat die de marteldood stierf onder keizer Commodus (2e eeuw na Christus). Met de bouw van de grote toren werd in 1452 een begin gemaakt. Honderd jaar later werd het onderstuk voltooid en weer honderd jaar later is de achtkantige lantaarn gereed gekomen. Vanaf ca. 1578 is de Eusebiuskerk in gebruik voor de protestantse eredienst. Beelden, altaren en muurschilderingen zijn toen uit het interieur verwijderd. Omstreeks 1650 is de toren verhoogd tot bijna honderd meter.

Eind negentiende eeuw heeft een omvangrijke restauratie plaatsgevonden onder leiding van architect J.W. Boerbooms (1849-1899). Toen is de toren weer ingekort.

Door oorlogshandelingen werd de kerk grotendeels verwoest in 1944 en daarna in enkele decennia weer volledig hersteld. Daarbij is de kerktoren in 2e helft jaren 1960 voorzien van een afwijkende modernere bovengeleding, met korte spits, volgens een prijsvraagontwerp van architect Th.G. Verlaan (1912-1997). Hiermee is de huidige toren weer enkele meters hoger geworden dan de vooroorlogse toren. In 1964 was de restauratie van de kerk voltooid, ongeveer 1970 was ook de toren herbouwd. In de jaren 1970 kon de toren via trappen worden beklommen. Begin jaren 1990 is in deze toren een lift ingebouwd, als uitzichtpunt voor toeristen. In 1994 is het carillon van een grote nieuwe klok voorzien.

Al vanaf begin jaren 1970, kort na het herstel van de oorlogsschade, is gebleken dat voor herstel van kerk en toren met inferieur materiaal is gewerkt, met alle vervelende gevolgen vandien (zie verder "In de media" hieronder).

Vanaf 2011 stond de toren weer jarenlang geheel ingepakt in de steigers.

Het orgel, gebouwd in 1793-1796 door Strümphler, is tijdens de herbouw na de verwoesting in 1944 overgenomen van de Hersteld Evangelisch Lutherse Kerk aan de Kloveniersburgwal te Amsterdam, en in 1961 in deze kerk opgesteld.

De Stichting Eusebius Arnhem (SEA) is verantwoordelijk voor het behoud en de exploitatie van de Grote of Eusebiuskerk in Arnhem. Buiten gebruik voor reguliere (wekelijkse) Ned. Hervormde kerkdiensten in de jaren 1970. Wel in gebruik voor bijzondere vieringen, b.v. met kerst en op 4 en 5 mei.

In 2018 zijn aan de west- en oostzijde van de toren twee glazen uitkijkplatforms aangebracht.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Zuidzijde Grote of Eusebiuskerk. A. Roks
Restanten Sint Maartenskerk in een kelder onder de kooromgang. Foto: A. Roks

Inleiding

De Eusebius- of Grote Kerk (Hervormd) is een forse, groots opgezette driebeukige kruisbasiliek met hoge westtoren en koor met omgang, uitgevoerd in Laat Nederrijns-gotische stijl, gebouwd in de periode 1452-1560, gerestaureerd in 1894-1902 en 1946-64 (herstel oorlogsschade), bouw nieuwe torenbekroning van architect Th. Verlaan in 1961-1964, nieuwe restauraties in 1973-1982 (kerk) en 1992-94 (toren). Inwendig rijke net- en stergewelven, bundelpijlers, bouwsculptuur uit diverse perioden, glas-in-lood raam van Joop Janssen (uit gesloopte "Kleine" R.K. Eusebiuskerk), laat middeleeuwse muurschildering op muur kooromgang en belangwekkende inventarisstukken zoals; Praalgraf voor Karel van Egmond in renaissancestijl (1540), "Man in Kastje", epitafen voor Joost Sasbout (1546), G. Ripperda (1696) en Martinus Goris (1632), circa 120 grafzerken en fors laatbarok orgel (hoofdwerk, Bovenwerk, Rugwerk en vrij Pedaal) vervaardigd in 1796 door J. Strümphler (oorspr. voor Hersteld Evangelisch Lutherse kerk Amsterdam, in 1962 gerestaureerd en verplaatst naar de Eusebiuskerk). Onder en ten zuiden van de kerk belangwekkende funderingen van voorgangers, teruggaand tot tenminste 10de eeuw.

De vermelding van een kerk te Arnhem komt al in 893 voor de in de goederenlijsten van de St. Salvatorabdij te Prüm (Eifel, Duitsland). Opgravingen na de Tweede Wereldoorlog (1959) legden ten zuiden van het huidige koor belangwekkende restanten bloot van een preromaanse zaalkerk (met crypte met vier zuilen onder rechtgesloten koor!), verder van de vergrotingen van dit bouwwerk in de 11de- en 12de eeuw en vervolgens onder het huidige koor de restanten van de eerste gotische bouwcampagnes (allereerst een nevenkapel bij Romaanse kerk eind 13de eeuw en vervolgens een driebeukige kerk omstreeks 1400, met uitbreidingen in 1420/21 o.l.v. meester Jacob van Boege). De kerk is in die periode gewijd aan Sint Maarten. In 1452 wordt begonnen met de bouw van een groots opgezette nieuwe kerk. Begonnen werd met de bouw van schip en toren. Kerk vertoont in stilistisch opzicht invloeden van de vermaarde bouwmeester Gisbert Schairt (overleden 1452). In 1453 worden door de abdij te Prum de relieken van Sint Eusebius aan de Arnhemse St. Maartenskerk geschonken, met de bedoeling om een flinke impuls aan de bouwcampagne te geven. In 1477 worden twee klokken gegoten voor nieuwe toren door Gerardus van Wou en Gobelinus Moer. In 1478 wordt uurwerk van oude toren overgebracht naar nieuwe, welke dan gereed lijkt te zijn. In zelfde jaar vindt bouw zuidpor- taal plaats. In 1503 is de St. Annakapel ten noorden van toren gereed. In 1506 bouwt meester Bernt uit Emmerik een nieuw orgel. In 1511 breekt men de oude kerk verder af en begint met bouw transept. 1526-29: overwelving van transept. In 1536 is de kooromgang vermoedelijk gereed gekomen (jaartal komt voor op derde travee noordzijde). In 1538 wordt hertog Karel van Gelre in de kerk begraven. In 1560-68 komt het Hoogkoor gereed. In 1578 wordt in Arnhem de hervorming doorgevoerd, eerste predikant is Johannes Fontanus (van der Putte).
In 1580 en 1599 beeldenstorm in St. Eusebiuskerk en St.Walburgkerk. In 1609 worden muur- en gewelfschilderingen overgewit. 1633, brand in Angelustoren na bliksem, koorgewelf gaat verloren. In 1650 wordt toren verhoogd naar ontwerp van meester Paul Pelen uit 's-Gravenhage. Tevens wordt een carillon besteld bij gebr. Hemony te Zutphen. In 1768 krijgen de gebr. Wagner uit Schmiedefeld (Saksen) opdracht voor bouw van nieuw orgel. In 1783 bouw klassicistische noordportaal ter vervanging van gotisch portaal. 1870-72 vernieuwing raamtraceringen, 1882 herstel gerfkamer, 1883 ontwerp voor herstel zuidportaal van P.J.H. Cuypers. In 1893 oprichting "Vereeniging tot restauratie van de Grote- of St. Eusebiuskerk", tevens start onderzoek van kerk door J.W. Boerbooms en H. Portheine jr. Vanaf 1894 uitvoering van minitieuze exterieurrestauratie naar complete plannen van Boerbooms, welke plotseling overlijdt in 1899. Interieurrestauratie o.l.v. C.B. Posthumus Meyjes vanaf 1895. In 1902 krijgt koor nieuw netgewelf naar voorbeeld van schipgewelf, tevens restauratie koor voltooid. 1904-1908 restauratie zuidtransept. 1926, gewelf in schip vernieuwd o.l.v. J.Th.J. Cuypers.
In 1944 (19/20 september) brandde de kerk volledig uit tijdens Slag om Arnhem. De toren werd bijna geheel verwoest, de zuidelijke schip- wand met de schipgewelven waren verwoest evenals de gewelven van de viering en het zuidtransept. Belangrijke inventarisstukken, zoals het Wagnerorgel uit de 18de eeuw en de 17de eeuwse kansel, alsmede het 19de eeuwse meubilair en een aantal zerken gingen verloren in de brand. B.T. Boeyinga krijgt leiding over herstel en herbouw. Vanaf 1946 tot 1961 wordt aan de kerk gewerkt. De toren krijgt haar bekroning van Paul Pelen niet terug, maar krijgt een nieuwe bekroning naar ontwerp van Th. Verlaan, die het winnende ontwerp van een prijsvraag leverde. Tijdens de restauratie krijgt de kerk veel nieuw beeldhouwwerk van o.a. E. van Kuilenburg, J. Grosman, Th. van Reyn, H.J. Vreeling en G. van der Wagt. Een in het oog springend nieuw element vormen de moderne beeldjes op de luchtbogen (voor het eerst toegevoegd door L. Henzen bij schip in (1903-1912) naar voorbeeld van de Bossche Sint Jan en na de oorlog (koor en schip, o.a. E. van Kuilenburg). Bij herbouw en restauratie van de gotische torenromp gebruikte men Boerbooms' ontwerp (toren had door diverse versoberingscampagnes in 18de- en vroeg 19de eeuw nauwelijks nog decoraties). In 1951 wordt het Strümphler-orgel (1793) aangeschaft van de Hersteld Evangelisch Lutherse kerk aan de Kloveniersburgwal te Amsterdam. Na restauratie wordt het orgel in 1962 in de kerk opgesteld en een nieuw koororgel geleverd. Stormschade (1972) en inferieure natuursteen toegepast bij naoorlogse restauratie maken een nieuw herstel van kerk (1973-82) en toren (1992-94) noodzakelijk. De toren krijgt bij deze restauratie inwendig een moderne lift, met bovenin uitkijkruimten. Op 15 september 1994 sluit deze restauratie af met de vijftigste herdenking van de Slag om Arnhem.

Het middenschip heeft een zadeldak met dakschild aan de westzijde bij de aansluiting met de toren (thans doorgetrokken tot torenromp). De zijbeuken bevatten lessenaarsdaken. Het transept heeft een schilddak met afgewolfde, ingesnoerde hoekkepers, het koor heeft weer een zadeldak met schilden boven de sluiting. Het zuidportaal en de flankerende kapel hebben een pirami- dedak. De deels tweelaags en deels eenlaags gerfkamer bezit lessenaarsdaken. Op de kruising van de nokken van de daken van transept en schip/koor staat een dakruiter/angelustorentje met een opengewerkte uivormige bekroning, waarin klein klokje. De daken zijn gedekt met leien in Rijndekking.

Toren van de Eusebiuskerk. In de kruisingtoren een klok van een anonieme gieter, 1651, diam. 36 cm. Aan het zuidertransept van de kerk zit een langwerpige koperen zuidwijzer. Op de wijzerplaat staan de jaartallen: 1838, 1908, 1958 en 1982.

Exterieur

Rijk gedecoreerde steunberen van het schip. Foto: A. Roks

Een grote rijk gedetailleerde Nederrijnse basiliek met gedrukte lichtbeuk, brede zijbeuken, transept en koor met omgang. Het schip bestaat uit vier traveeën met zijbeuken die zes traveeen bevatten, waar van er twee,uitgevoerd als kapellen, de toren flankeren. Het transept is breed en eenbeukig. Het koor bestaat uit twee traveeën en een onregelmatige 5/8 sluiting. Het koor is ook voorzien van brede zijbeuken, bij de sluiting overgaand in een brede zevenzijdig gesloten kooromgang, met eveneens een onregelmatig verloop. Tegen de zuiderzijbeuk van het schip zijn bij het transept twee rechthoekige kapellen geplaatst, waarvan de oostelijke een fraai gotisch portaal bevat. Ook tegen de zuiderzijbeuk van het koor zijn aansluitend op het transept twee rechthoekige kapellen (waarin o.a. de gerfkamer) geplaast. In de oksel tussen noordtransept en koor staat de rechthoekige diakonie uit 1904. De toren heeft haakse steunberen over twee geledingen, waartussen aan de zuidwest en noordwestzijde een traptoren is geplaatst. De steunberen worden bekroond door grote torenachtige pinakels (reconstructie van Boeyinga naar ontwerp van Boerbooms). De eerste twee geledingen van de toren zijn verder voorzien van spitsboognissen met blind traceerwerk. Aan de westzijde bevindt zich de hoofdingang, die samen met het hoge venster erboven gevat is in een hoge spitsboognis (vensternisportaal). De twee geledingen, die voor 1944 werden bekroond door een classicistische achtzijdige bekroning met koepeltje uit 1650 van Paul Pelen, zijn sinds 1961-64 voorzien van een moderne hoge achtzijdige op de gotiek geinspireerde tufstenen bekroning met betonnen kern en een laag, ingesnoerd tentdak. In gevel van de oostelijke kapel tegen de zuiderzijbeuk naast het transept bevindt zich een laat-gotisch natuurstenen portaal. Opvallend is het gebruik van baksteen gecombineerd met tufsteen en andere natuursteen voor het exterieur. De versierde onderdelen (lijsten met traceerwerk, balustraden, pinakels, hogels en luchtboogbeeldjes) zijn uitgevoerd in natuursteen. De spitsboogvensters bevatten traceerwerk in een combinatie van hoog-gotische en laatgotische vormen.
De vensters van de zijbeuken en kooromgang zijn zeer breed en bevatten vijfdelig traceerwerk, de vensters van de lichtbeuk van schip en koor zijn zeer laag en smal en bevatten driedelig traceerwerk. De transeptgevels zijn niet voorzien van portalen en een topgevel, maar bevatten elk een groot zeer hoog spitsboogvenster met zevendelig traceerwerk. De kerk heeft zowel bij schip als koor een rijk gedetailleerd schoorsysteem bestaande uit met groepjes pinakels versierde steunberen, luchtbogen met beeldjes en steunberen tegen de lichtbeuken met een forse pinakel alsbekroning. Tussen deze pinakels bevindt zich de balustrade van de daklijst, bestaande uit een reeks driepasboogopeningen. De lichtbeuken zijn bovenin versierd met een dubbele reeks blinde driepasboogjes. De luchtbogen bevatten beeldjes, bij schip ontworpen tijdens restauratie in 1904-1912 (op advies van P.J.H. Cuypers) en weer aangevuld en uitgebreid naar koor (E. van Kuilenburg) na de Tweede Wereldoorlog. Het middenschip heeft een zadeldak met dakschild aan de westzijde bij de aansluiting met de toren (thans doorgetrokken tot torenromp). De zijbeuken bevatten lessenaarsdaken. Het transept heeft een schilddak met afgewolfde, ingesnoerde hoekkepers, het koor heeft weer een zadeldak met schilden boven de sluiting. Het zuidpor- taal en de flankerende kapel hebben een piramidedak. De deels tweelaags en deels eenlaags gerfkamer bezit lessenaarsdaken. Op de kruising van de nokken van de daken van transept en schip/koor staat een dakruiter/angelustorentje met een opengewerkte uivormige bekroning, waarin klein klokje. De daken zijn gedekt met leien in Rijndekking.

Interieur

Interieur. Foto: A. Roks

Uitbundige ster- en netgewelven en sierlijsten in lichtbeuk van het interieur. De arcade bezit geprofileerde bundelpijlers en geprofileerde scheibogen, die deels teniet lopen in de pijlers en deels worden opgevangen door bladkapi- teeltjes met colonetten geplaatst tegen de pijlers. Onder de cordonlijst van het vensterbanktriforium bevindt zich een reeks driepasboogjes op stijlen gesteund door kraagsteentjes. Het triforium heeft een open driepas- boogbalustrade. De lichtbeuk heeft een voor Nederrijnse basilieken (o.a. Zaltbommel en Xanten) kenmerkende tweeschalige wandopbouw met triforium en lichtbeukvensters gevat in spitsboognissen. Het triforium is per travee onderling verbonden door doorgangen uitgespaard in de muurdammen die de spitsboognissen van de traveeen van elkaar scheiden. Voor deze doorgangen zijn vanuit de basementen van de bundelpijlers oprijzende hoge colonetten- bundels geplaatst, die de gewelfribben dragen. Onder de afzaten van de vensters is ook weer een reeks driepasboogjes geplaatst, rustend op kraagsteentjes met figuratieve sculptuur.
Het hoogkoor is van de zijbeuken en omgang gescheiden door tussen de pijlers geplaatste muren, waarin epitafen zijn opgenomen. Sinds 1982 bevat de kerk parketvloeren en zijn de traveeen naast de toren van de schipzijbeuken van het schip afgesloten door houten schotten. De muurvlakken zijn witgepleisterd evenals de gewelfvlakken, pijlers bogen, lijsten, balustraden, ribben en traceringen zijn in natuursteen uitgevoerd, met spaarzaam gebruik van beschildering op de gewelven. Van de schilderingen op de gewelven (middeleeuwse heiligenfiguren) is uiteraard na verwoesting van de gewelven niets gespaard gebleven. De muurschildering in het oostelijke deel van de kooromgang (voorstellingen van Christus Passie en Pasen) is zwaar gehavend en werd in 1992-93 geconserveerd door A. Verheij uit Bathmen.

In de kerk bevinden zich nog enkele belangwekkende inventarisstukken zoals het praalgraf van Hertog Karel van Gelre. Op deze tombe bevinden zich in totaal 16 albasten reliefs in renaissancestijl (Elisabeth van Thuringen en Karel (of St. Maarten) aan het voeteneinde, de Twaalf Apostelen aan beide lange zijden en de Heilige Familie en St. Christoffel aan het hoofdeinde. Op de tombe een ligbeeld van de Hertog met leeuwen als wapenhouders. Boven de tombe tegen de koorpijler hangt "de Man in het Kastje", een weergave van de knielende Hertog in wapenrusting, geplaatst in een baldakijn met getordeerde zuilen. De sculptuur verbrandde in 1944 en werd vernieuwd. De wapenrusting is gerestaureerd. Tegen de muur tussen Hoogkoor en omgang bevinden zich de epitaaf van de kanselier van Gelderland, Joost Sasbout (midden 16de eeuws renaissancewerk), de epitaaf van kanselier van Gelderland Martinus Goris (1632) en Georgius Ripperda, Heer van Verwolde (1696). In de kerk ongeveer 120 grafzerken uit diverse perioden (vanaf 16de eeuw), gerestaureerd na de Tweede Wereldoorlog.

Waardering

De zeer rijke, groots opgezette kruisbasiliek in laat-Nederrijns-gotische stijl, bijzonder en uniek in dit gebied vanwege het feit dat het gebouw naar een (maar ten dele gewijzigd) plan is uitgevoerd, met zeer rijke net- en stergewelven, bezit grote architectuurhistorische waarde en is vanwege de forse zeer markante bouwmassa van groot belang voor het beeld van de stad en omgeving. De inventarisstukken, waaronder belangwekkende grafmonumenten, epitafen en zerken, grote hoeveelheden bouwsculptuur (16de-20ste eeuw) en monumentaal orgel bezitten hoge kunsthistorische waarde. De kerk en haar bewaard gebleven funderingen van voorgangers zijn tevens van belang voor de bouwhistorische wetenschap.

Orgels

Hoofdorgel. Foto: A. Roks

Hoofdorgel

Het hoofdorgel (Rijksmonument) tegen de westwand is in 1794/96 door J.S. Strümphler (Amsterdam) vervaardigd voor de Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk aan de Kloveniersburgwal te Amsterdam. In 1837/38 restaureert de firma J. Bätz & Co. (Utrecht) het orgel en vernieuwt enkele tongwerken. De orgelmaker H. Knipscheer (Amsterdam) herstelt het orgel in de jaren 1853-55 en wijzigt de dispositie. In 1922 breidt de orgelbouwer A. Bik (Amsterdam) het instrument uit met een zwelwerk, dat vanaf het derde manuaal bespeelbaar is. De bediening van de zwelkast geschiedt d.m.v. een zogenaamde kniezweller, als bij het harmonium. In 1940 voorziet C. Verweys het zwelwerk van een eigen klavier en vervangt de kniezweller door een normale basculetrede. Na sluiting van de kerk aan de Kloveniersburgwal demonteert D.A. Flentrop (Zaandam) het orgel in 1951 en slaat het op in de Paasbergkerk te Arnhem. In de jaren 1961/62 wordt het door de firma Gebr. Van Vulpen (Utrecht) gerestaureerd en in de Eusebiuskerk geplaatst. In 1985 herstelt Van Vulpen de mechanieken en reinigt het orgel.

  • 2021 - In februari 2021 liep het orgel zware schade op als gevolg van een gebroken waterleiding in een ruimte boven het instrument. De omvang van de schade is pas later duidelijk geworden. Een grondige restauratie van het hele orgel is noodzakelijk. De firma Van Vulpen zal de werkzaamheden uitvoeren.
  • (Meer info:Orgeldatabase)

Koororgel

Het koororgel wordt in 1961 gebouwd door de firma Gebr. Van Vulpen (Utrecht).

In de media

Uit Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad, 16 Januari 1860.

Het thans vernieuwde fraaije orgel (in de Groote kerk) te Arnhem werd door de gebroeders Johan Michiel en Johan Wagner, uit Saksen Henneberg, in de jaren 1768—1770 vervaardigd. Dit werk, dat mede onder de beste orgels van ons land moet worden gerekend, heeft drie handklavieren, keurig bewerkt, en een vrij pedaal. De noodige eind eordt geleverd door 8 blaasbalgen, van welke 3 afzonderlijke voor de pedaalladen zijn. Het pijpwerk binnen en de frontpijpen zijn geheel van zuiver tin. De houten pijpen van het vrije pedaal zijn van resonantshout vervaardigd; zoodat het geheel schoon en uitmuntend mag genoemd worden. Men heeft ook geene kosten ontzien, om een zoo fraai orgel te bekomen, en dit zal men moeten toestemmen, als men verneemt, dat, naar men opgeeft, het geheele werk, alles er onder begrepen, bijna ƒ 140.000 heeft gekost. Alle bouwstoffen zijn door de stad geleverd, terwijl voor kunst en arbeidsloon aan de orgelmakers (buiten de beeldhouwers, schrijnwerkers en timmerlieden) betaald is, de som van ƒ 20.000. Zij hebben den grootsten pijp van den major-bas 32 voet vol besten Rijnwijn toe bedongen. Het werk staat in kamertoon, die rond en prachtig is, heeft 47 sprekende stemmen en bevat 3165 pijpen. In het pedaal zijn onder anderen aanwezig: major-bas 32 voet, principaal-bas 16 voet, subbas 16 voet, violon 16 voet, flauto traverse 16 voet, bazuin 16 voet enz. De grootste der pijpen t.w. van den prestant 32 voet, is 38 voet lang, en heeft 15 duim in doorsnede. Het werd in het afgeloopen jaar vernieuwd en gerepareerd door C.F.A. Naber te Deventer, wiens roem als bekwaam orgelmaker reeds sedert jaren gevestigd is. Buiten het orgel in onze Groote kerk zijn er slechts drie orgels in Nederland, die een register van 32 voet bezitten.

Uit; De Telegraaf, d.d. 25 augustus 2011

Arnhem begint met restauratie Eusebiuskerk

ARNHEM - In Arnhem is donderdag een begin gemaakt met de restauratie van de 93 meter hoge Eusebiuskerk in het centrum van de stad. Dat meldde de Stichting Eusebius Arnhem. De voor Arnhem kenmerkende kerk staat al langer in de steigers, maar restauratie liet tot nu toe op zich wachten.De lantaarn, het bovenste deel van de kerktoren, krijgt als eerste een opknapbeurt. De toren kampt met loszittend natuursteen, dat deels wordt vervangen. De eerste klus gaat 3 miljoen euro kosten en moet eind volgend jaar klaar zijn.

Uit; De Telegraaf , d.d. 5 oktober 2011

Eusebiuskerk kan zo in elkaar storten

ARNHEM - De toren van de Eusebiuskerk in Arnhem is in zo'n slechte staat, dat het niet ondenkbaar is dat een hele zijmuur in elkaar kan storten. Dat heeft restauratiearchitect Erik-Jan Brand aan de stichting Eusebius Arnhem laten weten.De markante kerk staat al jaren in de steigers, omdat er brokken steen uit de kerkmuren vielen. Complete restauratie gaat ongeveer 80 miljoen euro kosten. Daar moet de Arnhemse gemeenteraad nog een besluit over nemen. Deze maand precies 50 jaar geleden heropende koningin Juliana de kerk, die tijdens de Slag om Arnhem geheel in puin was geschoten en afbrandde. De Eusebiuskerk, gebouwd in de 15e eeuw, is al jarenlang een zorgenkindje. Na de wederopbouw zorgde een storm in 1972 ervoor dat de eerste brokken steen naar beneden vielen. In 1983 was een tweede restauratie klaar, maar in 1988 bleek dat de toren afbrokkelde. Die was in 1994 hersteld. In 2007 vielen opnieuw brokstukken naar beneden. In augustus van dit jaar is weer gestart met herstel van de toren. „Maar summier opknappen is geen optie meer; daarvoor is de situatie te ernstig”, aldus Brand.

Uit; Kerknieuws.nl d.d. 3 januari 2014

De toren van de Eusebiuskerk in Arnhem wordt ingericht als een museum over de Slag om Arnhem in september 1944. Daarvoor is een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek, zo hebben de besturen van de kerk en het museum vrijdag bekendgemaakt. Het centrum van Arnhem werd op 19 en 20 september 1944 kapotgeschoten bij een poging van de geallieerden om de Rijnbrug in handen te krijgen. De stad lag zo zwaar in puin, dat de inwoners moesten evacueren. Pas na afloop van de Tweede Wereldoorlog keerden zij terug in een stad die deels opnieuw moest worden opgebouwd. Wat er in die tijd met Arnhem is gebeurd, zal in het museum in de kerktoren te zien zijn.

De Eusebiuskerk raakte zelf ook zwaar beschadigd bij de slag. Na de oorlog is de kerk gerestaureerd, maar dat gebeurde niet degelijk genoeg. Het bouwwerk verkeert nu opnieuw in slechte staat en staat al jaren in de steigers. Er is 27 miljoen euro nodig voor een nieuwe restauratie en dat geld is nog niet helemaal bij elkaar. In 2015 moet het museum in de toren een feit zijn, zegt het bestuur. Het Airborne Museum en de Eusebiuskerk willen in de regio Arnhem ook zogenoemde 'lieux de memoire' inrichten. Dat is een tocht langs de voormalige slagvelden en gevechtslocaties in Arnhem, Driel en Renkum. In september van dit jaar is het 70 jaar geleden dat de geallieerden Nederland probeerden te bevrijden tijdens de Operatie Market Garden.

Links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur